‘Shell heeft meer invloed op CO2-uitstoot dan de Staat’
Shell heeft als bedrijf een nog „grotere en directere invloed” op de CO2-uitstoot dan de Nederlandse staat, betogen de eisers in de klimaatzaak dinsdag voor de rechtbank in Den Haag. Vanwege die „bijzondere machtspositie” draagt het olie- en gasbedrijf ook een grote verantwoordelijkheid om klimaatverandering tegen te gaan, stellen de advocaten.
Milieudefensie, diverse andere organisaties en 17.000 burgers hopen Shell via de rechter te dwingen tot grotere duurzaamheidsambities. Het bedrijf moet wat hen betreft fors minder fossiele brandstoffen gaan verkopen.
Milieudefensie stelt Shell verantwoordelijk voor 1,2 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Volgens de advocaten handelt het bedrijf onrechtmatig, omdat het weet hoe gevaarlijk klimaatverandering is, maar er toch aan blijft bijdragen. Daarom moet de rechter volgens hen „een ondergrens” vaststellen waar Shell aan moet gaan voldoen.
Shell vindt zelf dat het wel degelijk grote ambities toont in de overgang naar een duurzamere energievoorziening. Los daarvan vindt het bedrijf dit geen zaak voor de rechter. Klimaatbeleid moet door de politiek worden bepaald en niet door de rechter, betoogden de advocaten van de multinational eerder.
Als de rechter de eisen toewijst, zou dat volgens hen de weg openen voor rechtszaken „van iedereen tegen iedereen”. Bovendien stelt Shell dat andere bedrijven in het gat zullen springen als het bedrijf een stap terug moet doen van de fossiele brandstofsector.
De eisers zien de bijdrage van Shell aan klimaatverandering als onrechtmatig. Volgens hen is het zelfs als een mensenrechtenschending. „Bedrijven hebben een zelfstandige verplichting om mensenrechten te respecteren en schending daarvan te voorkomen”, stellen de advocaten.
Shell kan een belangrijke voorbeeldfunctie krijgen, vinden de eisers. „Goed voorbeeld doet goed volgen.” Want als zo’n groot bedrijf in staat blijkt zijn CO2-uitstoot drastisch terug te dringen, dan zal dat andere bedrijven en staten ook helpen om maatregelen te nemen, redeneren ze.
Op de derde dag van het proces gaat het over de inhoud. Tijdens de eerste twee zittingsdagen is uitgebreid gesproken over procedurele kwesties. Zo zette Shell vraagtekens bij de ontvankelijkheid van de eisers. Ook was er discussie over de vraag of de zaak wel volgens het Nederlandse recht kan worden behandeld. Hoe de rechtbank hier precies over denkt, zal pas in het vonnis duidelijk worden.