Hoger beroep drievoudig moordverdachte Thijs H. van start
Bij het hof in Den Bosch begint dinsdag het hoger beroep tegen drievoudig moordverdachte Thijs H. Hij werd deze zomer door de rechtbank in Maastricht veroordeeld tot achttien jaar cel en tbs met dwangverpleging voor een moord in Den Haag en een dubbele moord op de Brunsummerheide. H. tekende beroep aan.
De zaak zal nog niet inhoudelijk besproken worden, het gaat om een inleidende zitting. Dat moet als een verdachte in de cel zit, hij of zij moet dan iedere drie maanden een rechter zien die oordeelt of de detentie nog moet voortduren. Voor deze eerste pro-formazitting is slechts een kwartiertje uitgetrokken. Zowel H. als zijn advocaat Serge Weening zullen niet aanwezig zijn, heeft Weening laten weten.
De 29-jarige H. heeft eerder al bekend dat hij op 4 mei vorig jaar in de Scheveningse Bosjes in Den Haag een 56-jarige vrouw heeft gedood. Drie dagen later sloeg hij toe op de Brunssummerheide, waar hij eerst een 63-jarige vrouw doodstak en korte tijd later een 68-jarige man. De slachtoffers werden plotseling aangevallen en met veel geweld om het leven gebracht.
Volgens het Pieter Baan Centrum was Thijs H. volledig ontoerekeningsvatbaar tijdens zijn daden. Maar de rechtbank twijfelde aan de omvang van de wanen van H. Volgens de rechtbank dikte H. symptomen aan en kleurde hij gedragingen achteraf in om volledig ontoerekeningsvatbaar te worden verklaard. Dat inkleuren deed hij volgens de rechtbank op basis van op internet gezochte verhalen over symptomen van psychopathie, medicijn- en drugsgebruik.
Volgens de advocaat van H. is hij ten onrechte veroordeeld voor moord en heeft de rechtbank ten onrechte zijn daden deels hem aangerekend. „Het Pieter Baan Centrum heeft na uitgebreid en zorgvuldig onderzoek geconcludeerd dat hij volledig handelde onder invloed van een ernstige psychose. Thijs H. was volledig ontoerekeningsvatbaar”, zei Weening na de veroordeling van de rechtbank. Hij vindt „dat het vonnis van de rechtbank geen recht doet aan de omstandigheden waaronder Thijs tot zijn handelingen kwam.”