Veerman: organisatie visafslagen moet anders
De Nederlandse visafslagen moeten meer gaan samenwerken. Ook moet het aantal van deze veilingen naar beneden. De visserijsector moet zich daarbij meer richten op de consumentenmarkt. Volgens minister Veerman van Landbouw zijn deze veranderingen nodig om als sector het hoofd boven water te houden.
„De aanvoer van vis is gedaald maar er bestaat nog altijd dezelfde afslag– en handelsstructuur. Daar moet verandering in komen", stelde Veerman woensdag in Urk. Visafslag Urk bestaat dit jaar honderd jaar en had in dat kader een bijeenkomst over de toekomst van de sector georganiseerd.
De visserijsector wacht volgens Veerman een gelijksoortige verandering als de producenten en handelaren in groente en fruit eerder ondergingen. Als voorbeeld van hoe de sector zich toekomstgericht zou kunnen organiseren haalt hij dan ook het „Greenery–model" aan. Destijds was hij zelf nauw betrokken bij deze fusie van groenteveilingen.
In dat veranderingsproces moeten vissers en handelaren zich meer richten op de markt. Want de afnemer is volgens de minister „bepalend". Producten van hoge kwaliteit zouden daarbij het uitgangspunt moeten zijn. „Probeert u nichemarkten op te zoeken. Meer gericht op de versmarkt en minder op de diepvriesmarkt."
De beoogde omschakeling vraagt een andere organisatie van de visafslagen. Urk verhandelt jaarlijks 35 miljoen kilo vis. Dat is 30 procent van het Nederlands marktaandeel. Nederland telt elf visafslagen. Andere grote veilingen zijn die in IJmuiden, Den Helder en Stellendam. Volgens Veerman moet deze vishandel „meer geconcentreerd" worden. „Want we kunnen vaststellen dat er overcapaciteit is."
De visserij staat nog niet te popelen om het Greenery–model te omarmen. Bestuursvoorzitter Schutte van de Urkse visafslag vindt dat de opzet voor de groente– en fruitmarkt „leerzame onderdelen" bevat. „We moeten er niet op voorhand vanuit gaan dat iedere verandering een verslechtering is. We moeten deze handschoen oppakken."
Voorzitter Daalder van de Federatie van Visserijverenigingen benadrukt dat de visserijsector van huis uit „traditioneel" van karakter is. Veranderingen moeten daarom toegesneden worden op die aard. De komende jaren moeten vissers, handelaren en overheid gezamenlijk daaraan werken. Want dat de sector moet inspelen op de huidige ontwikkelingen staat voor hem als een paal boven water. „De wereld om ons heen verandert. Wij moeten mee veranderen."