Boomkwekers Buren tegen archeologieplicht
Boomkwekers in de Betuwse gemeente Buren verzetten zich tegen een plotselinge verplichting tot archeologisch onderzoek.
Laanboom- en fruittelers in Buren moeten voortaan archeologisch bodemonderzoek laten uitvoeren als zij een nieuw perceel willen beplanten. Dat is het gevolg van een bezwaarschrift van de Stichting Milieuwerkgroep Buren tegen een vergunning die was verleend aan een teler in Ingen. Die wilde verharding en een uitrit aanleggen om een perceel te kunnen benutten voor spillenteelt (kweek van jonge bomen).
De gemeentelijke bezwaarschriftencommissie oordeelde dat inderdaad eerst archeologisch onderzoek moest worden gedaan. Het college van Buren nam dat over. Sindsdien hanteert de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR), die namens de gemeente toeziet op de handhaving van de regels, deze verplichting.
Klip en klaar
Zeker vijf ondernemers werden al geconfronteerd met een dwangsom van 5000 euro. Ten onrechte, meent Tree Centre Opheusden, de vereniging van laanboomtelers in de Betuwe. „Een rechtsgrond hiervoor is er naar onze overtuiging niet”, stelt voorzitter Goos Cardol vrijdag. „De regels in het bestemmingsplan voor het buitengebied zijn klip en klaar. Voor laanboom- en fruittelers geldt geen onderzoeksplicht.”
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan besloot de gemeenteraad in 2009 op voorstel van de fractie van de Protestants-Christelijke Groepering (PCG) unaniem dat de landboomteelt en de fruitteelt als „belangrijke economische dragers van de regio” van de onderzoeksplicht zijn vrijgesteld. „Een mogelijke aantasting van archeologische waarde is te verwaarlozen en het is onzinnig om de sectoren op onnodige, buitensporige kosten te jagen”, was de motivering.
„Zowel de ODR als ambtenaren van de gemeente verwezen in hun adviezen aan de bezwaarschriftencommissie dan ook naar die uitzonderingsbepaling”, aldus Cardol. TCO ziet zich bovendien gesteund door de uitspraak van de Raad van State in een vergelijkbare zaak, ook met een bedrijf in Ingen, dat „de rechtszekerheid eist dat in beginsel uitgegaan dient te worden van hetgeen in het bestemmingsplan is bepaald.”
Geen aanscherping
Volgens een woordvoerder van Buren is van aanscherping van beleid geen sprake. „Wat meespeelt is dat de laanboomteelt in onze gemeente in opkomst is. De bezwaarschriftencommissie heeft de vrijstelling, gelet op de context van de bepaling, zo uitgelegd dat ze alleen van toepassing is op bestaande, toegestane laanboomteelt. Dus niet bij het in gebruik nemen van nieuwe percelen.”
Die opvatting is nergens in het bestemmingsplan terug te vinden, reageert Cardol. „Hier vervalt de gemeente in interpretatie. Ze verandert de spelregels tijdens het spel. Dat vinden wij onrechtvaardig.” Een archeologisch onderzoek betekent een extra kostenpost van minstens 3000 euro.
Tijd dringt
Het college heeft de kwestie voorgelegd aan een werkgroep van gemeenteambtenaren en ODR-medewerkers met kennis van ruimtelijke ontwikkeling, vergunningverlening, handhaving en archeologie. Zij brengt binnenkort een advies uit, waarin de visies van TCO en de milieuwerkgroep worden verwerkt. Beide organisaties spraken ook met wethouders. Een collegebesluit wordt in januari verwacht.
De tijd begint wel te dringen. Cardol: „De kwekers willen begin januari kunnen planten. De natuur werkt nu eenmaal zo dat later planten leidt tot kwaliteits- en productieverlies. Plant je te laat, dan heb je ronduit uitval van je teelt. Dat zijn gigantische schadeposten, die de komende drie tot vijf jaar doorwerken in je kwekerij. Boomteelt is niet voor één jaar. Dat loopt in de vele tienduizenden euro’s.”