Een mens heeft gemiddeld 100.000 haren op zijn of haar hoofd. Hoeveel mensen zich ook zorgen maken over de hoeveelheid haar – over elk van die haren afzonderlijk denken wij eigenlijk nooit na. Daarom is het op zichzelf genomen al wonderlijk dat de Heere Jezus spreekt over één haar. Maar meer nog dat Hij dit noemt in Zijn voorzegging van de wederkomst, en de weg daarheen. Zou de Zaligmaker, Die op weg is naar het kruis en staat in de spanning tussen hemel en hel, Zich bekommeren om elk van onze haren? Ja, en dat zegt veel over de omstandigheden waarin we nu leven.

Want daaruit blijkt dat Christus op weg naar Zijn kruis zelfs om onze haren gedacht heeft. Daaruit spreekt Zijn trouwe zorg. Hij verzekert Zijn discipelen ervan dat als Zijn naderende voetstappen luider en luider worden in de wereld, er geen haar van hun hoofd verloren zal gaan. Er zal namelijk veel op hen afkomen. Niet alleen bij het kruis, ook na de opstanding. Ze zullen omwille van de Naam van Christus gehaat worden, vanuit de synagoge, de wereld en de eigen familie (vers 12-17). Deze verdrukkingen zijn gekomen en zijn ook vandaag de dag realiteit of dreigen dat te worden. Maar ook dan zorgt de Heere Jezus voor Zijn volgelingen. Geen haar van uw hoofd zal verloren gaan. Zo ver strekt de zorg van Christus. Zo gul spreekt Hij tot hen die in Hem geloven.

Wat betekent dat voor Gods kinderen? Leef ik in het ware geloof – dan leef ik onder Christus’ zorg. Naar lichaam en ziel. Van hart tot hoofdhaar toe. Maak ik me zorgen – het is onder de vleugels van Christus’ zorg. Daar klinkt: „Weest in geen ding bezorgd” (Fil. 4:6). Word ik ziek – Christus zegt: „Zijn niet uw haren alle geteld?” (Matth. 10:29-31). Wordt het sterven – zelfs in je stervensuur heeft Hij al je haren geteld, en zal Hij er niet één van verloren laten gaan. Hij heeft namelijk voor elk van die haren betaald. Door Zelf Zijn haren te laten kronen met doornen, te gaan door de Godsverlatenheid heen, haalt Hij de Zijnen met ziel, huid en haar thuis in de gemeenschap met God. Daar staan ze namelijk, allemaal: niet een van hen en niet een van hun haren is verloren gegaan. Want ze zijn allen betaald.

Zo teer, zo precies is de liefde van Christus. Zo hartelijk is de liefde van Christus tot de Zijnen. Voor elk van de haren van je hoofd ging Hij de lijdensweg en stortte Hij Zijn bloed. Ben je zo naar lichaam én ziel eigendom van Christus geworden (HC zondag 1)?

Kennen wij deze troost? Onze hemelhoge schuld wordt niet anders weggenomen dan wanneer we die oprecht belijden en voor Christus’ rekening laten komen. Daarom roept elke haar op je hoofd je toe om je met hart en ziel, huid en haar aan Christus uit te leveren. Laat dit dan ook gelijk zijn wat eenieder buiten Christus moet zien: zonder Hem is nog geen haar van je hoofd veilig. Je leven is niet ‘geborgd’ in de Borg. U bent nog ‘onverzekerd’ in tijd van voor- en tegenspoed. Elke haar op je hoofd zal ook tegen ons getuigen als wij ons wel deels, maar niet volledig aan Christus kwijt willen. Hij wil namelijk een volkomen Zaligmaker zijn.