Kerk & religie

Toren van David Museum Jeruzalem vernieuwt

Het Toren van David Museum over de geschiedenis van Jeruzalem, bij de Jaffapoort in Jeruzalem, voert momenteel een van de grootste vernieuwingsprojecten uit in het land.

Alfred Muller
10 December 2020 15:25
Bij de Jaffapoort wordt een nieuwe ingang aangelegd voor het Toren van David Museum. beeld Alfred Muller
Bij de Jaffapoort wordt een nieuwe ingang aangelegd voor het Toren van David Museum. beeld Alfred Muller

Het museum voldoet namelijk niet meer aan de eisen van de moderne tijd. Het vernieuwde complex krijgt een educatieve afdeling met kantoren, klaslokalen en een auditorium. Bezoekers zullen de archeologische vondsten die op het terrein gevonden zijn, kunnen bekijken op een speciale promenade. Verder komen er een bezoekerscentrum, expositieruimtes en glazen liften om het complex makkelijker toegankelijk te maken voor iedereen. Momenteel wordt er een nieuwe ingang gemaakt bij de Jaffapoort. Tegelijkertijd vindt er een archeologisch onderzoek plaats.

Het museum wordt vergroot van 1 naar 2 hectare. De architecten voegen de overblijfselen van het paleis van koning Herodes de Grote (37 v. Chr.-4 na Chr.) en archeologische opgravingen uit de Romeinse tijd (37 v. Chr.-324 na Chr.) en de Byzantijnse tijd (324-640 na Chr.) buiten de Jaffapoort bij het museum.

Het museum bevindt zich op de plaats waar duizenden jaren lang versterkingen werden gebouwd om de stad Jeruzalem te kunnen verdedigen. Voormalig burgemeester Teddy Kollek nam het initiatief voor het museum. Hij wilde net als in de tijd van het Britse Mandaat de plek gebruiken voor cultuur. Om het museum geschikt te maken voor het publiek werden in de jaren tachtig van de vorige eeuw archeologische opgravingen verricht.

Nu zijn archeologen, technici en bouwvakkers opnieuw aan de gang. Ze maken een nieuwe ingang naar het museum bij de Jaffapoort.

16549465.JPG
In de Kishle zijn de fundamenten gevonden van het paleis van koning Herodes. beeld Oded Antman, Toren van David Museum

Het architectenbureau Kimmel Eshkolot heeft het plan gemaakt voor de vernieuwing. Het ministerie van Jeruzalem, het Israëlische ministerie van Toerisme en de Clore Israel Foundation met de steun voor de stad Jeruzalem brengen de 32,9 miljoen euro bijeen die nodig is voor de vernieuwing. De werkzaamheden staan onder toezicht van de Israëlische Oudheidkundige Dienst.

„In de gangen verwijderen we het stuc dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw is aangebracht”, zegt museumzegsvrouw Caroline Shapiro, terwijl ze door een van de onderaardse gangen loopt. „We verwijderen het stuc omdat dat niet goed bleek voor de stenen. We laten nu de natuurlijke stenen zien.”

Een deel van het museum blijft open voor bezoekers – voor zover de coronaregels dat toelaten. Maar de beheerders van het museum zijn zich ervan bewust dat ze de werkzaamheden niet zouden kunnen uitvoeren met de half miljoen bezoekers die het museum elk jaar trekt. Ze kunnen de werkzaamheden nu sneller uitvoeren. Ze hopen dat de renovaties in het voorjaar van 2022 helemaal afgerond zullen zijn.

De toren in het museum biedt uitzicht over de Oude Stad van Jeruzalem en verder.

16549466.JPG
Schets van het paleis van koning Herodes, dat zich binnen de huidige Jaffapoort in Jeruzalem bevond. beeld Archief van het Toren van David Museum

16549467.JPG
De franciscanerkerk op de Taborberg. beeld Alfred Muller

Franciscanen renoveren museum en kerken

Ook de franciscanen maken gebruik van deze periode voor werkzaamheden. „Plotseling hebben we geen pelgrims meer”, zegt frater P. Ramzi Sidawi, algemeen bestuurder van de Custodie van het Heilig Land. Dat is een franciscaner orde die heilige plaatsen beheert.

„Hun afwezigheid maakt het gemakkelijker de plaatsen te onderhouden. Aan de andere kant is het moeilijker renovaties uit te voeren, vanwege de terugloop aan inkomsten. Maar de vrijgevigheid van christenen helpt ons de plaatsen te onderhouden.”

Drie plaatsen zijn van bijzonder belang, zegt hij. Dat zijn de kerk op de Taborberg, de Heilig Grafkerk en Gethsémané. De renovatiekosten van de kerk op de Tabor bedragen 329.000 euro. Die van de andere plaatsen zijn nog onbekend, maar ze lopen in elk geval in de enkele miljoenen. „In de Taborkerk kunnen bezoekers de schade niet gemakkelijk zien. Het bouwwerk met de klokkentorens moet worden versterkt. In de Heilig Grafkerk heeft de vloer dringend een reparatie nodig. Een probleem is dat een groep wetenschappers van Europese universiteiten die het probleem moeten onderzoeken, door de coronacrisis niet kan komen. In Gethsémané zijn we bezig de hof verder te ontwikkelen. Er zullen geen nieuwe olijfbomen worden geplant. Die er staan zijn uit de Byzantijnse tijd of eerder.”

16549470.JPG
Bij de opgravingen in Megiddo. beeld Alfred Muller

Verouderd

Een ander belangrijk project is het Terra Sancta Museum. Het museum werd voor het eerst geopend in 1902. „Na de Tweede Wereldoorlog bleek het verouderd”, zegt frater Stéfane Milovitch, directeur van het kantoor van cultureel erfgoed van de Custodie van het Heilig Land.

Het eerste deel bevindt zich bij de eerste en de tweede statie van de Via Dolorosa en is al open voor het publiek. Hier zijn archeologische opgravingen en vondsten te zien.

Het tweede deel bevindt zich in het Klooster van de Heilige Verlosser in de christelijke wijk. Daarin bevinden zich objecten die de franciscanen in de afgelopen 800 jaar van hun aanwezigheid in Jeruzalem ontvangen hebben. Daartoe behoren beeldhouwwerken, schilderijen, zilverwerk, liturgische voorwerpen, en archieven met documenten. De totale oppervlakte van het museum is bijna 2600 vierkante meter.

16549468.JPG
Bij het eerste deel van het Terra Sancta Museum in Jeruzalem. beeld Alfred Muller

Frater Stéfane Milovitch benadrukt dat het museum niet alleen van belang is voor plaatselijke en buitenlandse christenen, maar ook voor moslims en Joden. „Jeruzalem heeft vooral Joodse en islamitische inwoners, maar wij als christenen bestaan ook. En we hebben een lange geschiedenis. Daar willen we iets van laten zien. Vele Israëliërs zijn geïmmigreerd uit Europa. Nu ze in dit land wonen, kunnen ze hier de wortels zien van de landen waaruit ze zijn vertrokken. We willen een brug zijn voor de bevolkingsgroepen. Dit museum is om dialoog te voeren.”

Ondertussen wacht iedereen op betere tijden. Het is overigens niet de eerste keer in de geschiedenis dat pelgrims niet konden komen. „Voor 1800 kwamen er maar weinigen”, zegt frater Sidawi. „Pelgrims kwamen met een schip en de reis duurde minstens een maand. Anderen kwamen te voet. De kerken waren lange periodes dicht, want er waren maar weinig bezoekers. Ze moesten veel belasting betalen. Ook als ze de Heilig Grafkerk in wilden, moesten ze belasting betalen. Laten we niet vergeten dat 2019 het beste jaar ooit was wat het aantal pelgrims en toeristen betreft. Ook in de jaren 2000 tot 2004 kwamen er maar heel weinig pelgrims, tijdens de Tweede Intifada. Maar nu is er opeens helemaal niemand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer