Vijftig landen beloven in Den Haag media beter te beschermen
Meer dan vijftig landen hebben tijdens een internationale conferentie in Den Haag beloofd journalisten beter te zullen beschermen. Aanvallen op media zullen onafhankelijk worden onderzocht en vervolgd, lieten ze in een slotverklaring weten.
De bewindslieden bespraken tijdens de digitale World Press Freedom Conference de vraag hoe de pers beter beschermd kan worden. De persvrijheid is de afgelopen jaren in de wereld steeds verder afgenomen.
Dit jaar werden volgens Reporters Without Borders al 41 journalisten vermoord. Met de meeste misdrijven tegen journalisten gebeurt weinig. In bijna negen van de tien gevallen blijven daders ongestraft.
De slotverklaring is ook ondertekend door landen waar het al jaren slecht gesteld is met de persvrijheid zoals Rwanda, Sudan, Mexico, Qatar en Zimbabwe. Ze bungelen onderaan de persvrijheidsindex van Reporters Without Borders.
De jaarlijkse VN-conferentie was georganiseerd door minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. „Geen enkele journalist zou bang hoeven te zijn voor intimidatie, geweld of vervolging”, vindt de bewindsman.
De conferentie heeft voor Blok ook een persoonlijke noot. Zijn neef Sander Thoenes werkte voor de Financial Times en Vrij Nederland toen hij in 1999 in Oost-Timor werd vermoord door twee Indonesische militairen. Die zijn nooit vervolgd.
Blok liet na het overleg weten 7 miljoen euro uit te trekken om de persvrijheid en veiligheid van journalisten wereldwijd te bevorderen. Het was voor het eerst dat er ministerieel overleg was op de World Press Freedom Conference.
Aan de conferentie in het World Forum nemen enkele duizenden mensen digitaal deel. Oorspronkelijk zou het al in april plaatsvinden, maar is toen om corona uitgesteld. De bijeenkomst vindt elk jaar in een ander land plaats.