Strafhof Den Haag stopt onderzoek misdaden Britse troepen in Irak
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag begint geen onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden door Britse troepen in Irak. De aanklager was al jaren bezig met een vooronderzoek, maar dat wordt gestopt.
De aanklager ziet op dit moment geen mogelijkheden meer voor het ICC. Het hof zou vervolgstappen kunnen nemen als de Britse autoriteiten verdachten zouden beschermen tegen vervolging, maar de aanklager ziet daarvoor geen aanwijzingen.
Het vooronderzoek door het ICC was in 2014 heropend op basis van nieuwe informatie. Sindsdien zijn de beschuldigingen over misdaden die door Britse militairen in Irak zouden zijn begaan toen ze daar waren gestationeerd, grondig onderzocht, aldus de ICC-aanklager. Het onderzoek concentreerde zich op de mishandeling van Iraakse gedetineerden in Britse hechtenis.
De aanklager ziet bevestigd dat er een redelijke basis is om aan te nemen dat leden van de Britse strijdkrachten oorlogsmisdaden hebben gepleegd. Ze noemt opzettelijk doden, martelen, onmenselijke of wrede behandeling, aanslag op de persoonlijke waardigheid en verkrachting en andere vormen van seksueel geweld. Het zou in ieder geval bij een beperkt aantal incidenten zijn vastgesteld.
De aanklager wijst erop dat de Britse autoriteiten inmiddels talrijke aantijgingen hebben onderzocht. Aanvankelijk vond ze de reactie van het Britse leger onvoldoende. Er ontbrak een oprechte poging om onafhankelijk, onpartijdig onderzoek te verrichten, aldus de aanklager. Maar uiteindelijk volgden openbare onderzoeken en de oprichting van een speciaal team. Het heeft nog tot geen enkele vervolging geleid.