Laagje zijde tegen voedselbederf
Er is geen huishouden waar nooit een rotte appel of een beschimmelde mandarijn in de afvalbak verdwijnt. Een laagje van zijde kan uitkomst bieden.
Het dunne eiwitlaagje kan niet alleen een vlinder in wording in een cocon beschermen, maar is ook bruikbaar voor ons voedsel. Het eiwit geeft geen andere smaak of textuur aan het eten, is niet schadelijk en zelfs niet zichtbaar.
Zijde is zeker niet het eerste beschermmiddel dat onderzoekers hebben bedacht om bederf van fruit en groente te weren. Sealen in plastic is ook een optie, of onderdompelen in een badje van plantaardige stoffen, zoals het bedrijf Apeel doet.
Het gebruik van zijde heeft grote voordelen. Het milieu ondervindt er geen schade van en de periode dat het product wordt beschermd, is vele malen langer en de toepassing breder. Zijde werkt niet alleen bij groente en fruit, maar net zo goed bij vlees, vis, vleeswaren en gesneden groente.
Het zijden laagje wordt op de markt gebracht door Mori, een jonge onderneming die voortkomt uit het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston. Aan deze prestigieuze universiteit werkt dr. Ben Marelli met biopolymeren, en dan met name met eiwitten die de zijderups produceert. Zijn doel was zaden langer te kunnen bewaren door ze een beschermlaagje van zijde te geven.
Marelli kwam op het idee om voedsel te conserveren toen hij aardbeien had geïmpregneerd. Vervolgens was hij ze totaal vergeten. Maar in de week dat ze op zijn werkblad lagen, was de kwaliteit ervan niet zichtbaar achteruitgegaan. Onbehandelde aardbeien zouden na een paar dagen bij kamertemperatuur allang zijn verschimmeld.
Op drie fronten gaat zijde de strijd tegen bederf aan. Het voorkomt dat het voedsel uitdroogt, geeft geen kans aan schadelijke oxidatiereacties (die er bijvoorbeeld voor zorgen dat een stukje appel bruin wordt) en houdt schimmels en bacteriën buiten.
Zijde heeft de naam duur te zijn, maar in dit geval gaat dat niet op. Onderdompeling of bespuiting laat slechts een microscopisch dun laagje achter, zodat er weinig materiaal wordt gebruikt.
Nu de mensen van Mori zijn idee op de markt brengen, zit Marelli zeker niet stil. Dit najaar presenteerde hij zijn eerste versstickers, die aangeven of een product nog eetbaar is. Dergelijke stickers bestaan al, maar omdat ze alleen de buitenkant van het product in de gaten houden, zijn ze niet altijd even betrouwbaar.
De sensor van Marelli heeft zijden micronaaldjes die door de plastic verpakking heen in het product prikken. Dat kan ook probleemloos, want het product is daarna nog gewoon eetbaar. De naaldjes zuigen via capillaire werking wat vocht uit het voedsel. De inkt in de sticker dient als indicator. Wordt een product zuur of is het helemaal bedorven, dan geeft de sticker een waarschuwing af door van kleur te veranderen.