Koloniale collecties worden tegen het licht gehouden
Nederlandse musea en universiteiten gaan onderzoeken wat er met objecten uit koloniale collecties moet gebeuren. „In Nederland en onze buurlanden woedt discussie over wat we aanmoeten met koloniale objecten, maar nergens doen ze wat wij nu gaan doen”, zegt Wayne Modest, hoofd van het onderzoekscentrum van het Nationaal Museum van Wereldculturen en een van de initiatiefnemers in Trouw.
De onderzoekers gaan niet alleen de herkomst van de koloniale objecten na, maar denken samen met kunstenaars, maatschappelijke organisaties en mensen uit herkomstlanden na over welke rol die collecties kunnen vervullen. „Met een expositie van Afrikaans cultureel erfgoed willen we de vraag opwerpen wat die collecties betekenen voor mensen met een Afrikaanse achtergrond. Hapin, een ondersteuningsgroep voor Papua, doet ook mee”, aldus Modest.
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft 3,5 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld, de deelnemende organisaties 1 miljoen. Elf wetenschappers worden aangesteld om de komende vier jaar collecties van in totaal negen musea te inventariseren en onder te brengen in publieke databestanden. Nederlandse, maar ook enkele Indonesische musea en universiteiten, hebben medewerkers vrijgemaakt om mee te werken aan herkomstonderzoek van objecten, wat moet uitmonden in wetenschappelijke publicaties.
In Nederland gaat het om musea als het Museum Volkenkunde in Leiden en het Tropenmuseum in Amsterdam. Ook het Arnhemse Museum Bronbeek en het Rijksmuseum doen mee. Omdat het onderzoek ook gaat over menselijke resten en objecten die zijn vergaard voor wetenschappelijk onderzoek, worden ook collecties van het Museum Vrolik (van het Amsterdamse UMC-ziekenhuis), en het Utrechtse en Groninger Universiteitsmuseum onder de loep genomen.
„Uitgangspunt is niet dat we alle afzonderlijke objecten waar misschien wat mee is gaan bestuderen”, zegt Susan Legêne in Trouw. Zij is als hoogleraar politieke geschiedenis aan de Amsterdamse Vrije Universiteit bij het project betrokken. „We willen proberen algemene richtsnoeren te bedenken, samen met partners in herkomstlanden, voor wat je met hele categorieën objecten zou kunnen doen.”