Het CDA–Kamerlid en Terpstra kregen dinsdag op het Binnenhof in Den Haag het akkoord van de jongerenorganisaties overhandigd. De CNV–voorman noemde het „winst" dat Verburg wat betreft de levensloopregeling „het accent op het collectieve" van de jongeren lijkt over te nemen. Een akkoord tussen het CNV en het CDA ligt echter volgens hem niet voor de hand, omdat daarvoor de onderlinge relaties te veel zijn bekoeld. De vakbondsvoorman stelde ook dat het kabinet aan zet is om de verhoudingen te verbeteren.

Het CDJA en CNV Jongeren pleiten voor een verlofspaarregeling, die door de overheid met „ruime fiscale middelen" wordt ondersteund. Op basis daarvan kunnen werkgevers en vakbonden in CAO’s afspraken maken over een vaste werkgeversbijdrage voor iedere werknemer in een zogeheten levensloopfonds. Werknemers kunnen daarnaast zelf ook sparen en de gelden inzetten voor zaken als verlof opnemen, studie, aankoop eerste huis, kinderopvang of eerder stoppen met werken dan op hun 65e.

CDJA–voorzitter Van Bruchem en voorman Blokland van CNV Jongeren zijn verheugd over de positieve reacties op hun levensloopregeling. Blokland: „Door collectieve afspraken over een werkgeversbijdrage kan de regeling aantrekkelijk gemaakt worden voor zowel jong als oud, arm en rijk, man en vrouw. Dit kan een aanknopingspunt bieden voor het kabinet om de kritiek dat het alleen een regeling voor rijke oude mannen zou zijn, weg te nemen."

Verburg is overigens niet voor een levensloopregeling met een collectief karakter. De CDA–politica benadrukte de individuele keuzevrijheid die mensen moeten hebben en toonde zich kritisch over de wijze waarop de jongeren werknemers de vrijheid willen geven uit de levensloopregeling te stappen.

Volgens het CDJA en CNV Jongeren moeten mensen die hun gelden willen opnemen voor andere doelen dan afgesproken, alleen hun werknemersbijdrage kunnen meenemen. Volgens het CDA–Kamerlid is het „een klap in het gezicht" van de spaarders als ze de werkgeversbijdrage wordt ontnomen.