„Defensiebudget naar Europees gemiddelde is realistisch perspectief voor nieuw kabinet”
Een defensiebudget dat net zo hoog is als het Europees NAVO-gemiddelde is „een realistisch perspectief” voor het volgende kabinet.
Dat zei minister Bijleveld van Defensie donderdag in de Tweede Kamer bij het debat over de begroting van haar ministerie.
Het verschil tussen Nederland en Europese bondgenoten neemt dit jaar verder toe, zo schreef de bewindsvrouw maandag aan de Kamer. Nederland besteed dit jaar naar verwachting 1,48 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan defensie, de bondgenoten in Europa gemiddeld 1,8 procent.
Nederland behoort tot de landen met de laagste bijdrage aan de NAVO. Bijleveld noemde het „voor de vijfde economie van Europa wel gek dat wij zo onderaan bungelen op de lijstjes.” De minister wijst „overal” op de absolute defensie-uitgaven van Nederland. „Dat is onze reddingsboei in de NAVO-vergaderingen.”
In de NAVO is afgesproken om in 2024 2 procent van het bbp aan defensie te besteden. Duidelijk is dat Nederland dat niet zal halen.
Dát Nederland dit jaar naar verwachting uitkomt op 1,48 procent is een toename ten opzichte van het percentage van vorig jaar, maar die wordt „voornamelijk veroorzaakt door de krimp van economie als gevolg van de coronacrisis”, zo schreef de minister.
Volgens Bijleveld heeft Nederland „veel geïnvesteerd”: 1,7 miljard euro structureel, en 1,7 miljard incidenteel. De bewindsvrouw maakt er echter geen geheim van dat ze meer wil: „Nederland heeft goede stappen gezet, maar er is meer nodig.”
In de onlangs gepresenteerde Defensievisie 2035 wordt gesproken over 13 tot 17 miljard extra per jaar in de toekomst. Dat is ruimschoots het dubbele van de ruim 11,5 miljard in 2021.
Vooralsnog zal het Nederlandse defensiebudget na 2022 echter zowel absoluut als relatief dalen.