Volgens het onderzoek zijn in vrijwel alle mannenbolwerken de lokale en christelijke partijen dominant en zijn het vrijwel allemaal gemeenten op het platteland, op afstand van de stad. Een deel van de lokale partijen vindt vrouwelijke bestuurders niet iets om naar te streven.

Vijf gemeenten met een geschiedenis van meer dan tweehonderd jaar hadden volgens het onderzoek nog nooit een vrouwelijke wethouder of burgemeester. Dat zijn Druten, Loon op Zand, Mill & St. Hubert, Staphorst en Woensdrecht. In het gefuseerde Alphen aan den Rijn, Beek, Druten, Leudal en Loon op Zand was er nooit een vrouwelijke wethouder.

Het aantal vrouwelijke burgemeesters is wel gestegen naar 85. Dat is zo’n 24 procent van het totaal. Pas in de laatste decennia van de vorige eeuw begon het aantal vrouwelijke wethouders te stijgen. In 2002 waren het er 278 (16 procent), in 2018 groeide dat tot 25 procent.

Hoewel er veel aandacht wordt besteed aan de diversiteit binnen de colleges, blijven volgens het onderzoek mannen de wethouderszetels domineren. In 37 gemeenten, dus ruim 10 procent van de gemeenten, waaronder een grote stad als Apeldoorn, is het tien jaar of langer geleden dat er een vrouwelijke wethouder aan de bestuurstafel zat.