Opinie

Column (Maarten van Nieuw Amerongen): Het is niet om het even hoe politieke avonturiers hun partij leiden

Het is inmiddels bijna een Haagse natuurwet: politieke partijen die komen als een komeet krijgen vroeg of laat te maken met interne heibel. Het partijleiderschap in deze vernieuwingsbewegingen draait vaak om één centrale figuur. Aanvankelijk wordt het succes gekoesterd, maar naarmate de politieke verantwoordelijkheid toeneemt, groeit ook de organisatie. ”Samen delen, samen spelen” blijkt dan niet altijd een eenvoudige opgave.

Maarten van Nieuw Amerongen
1 December 2020 11:56
„Het is niet om het even hoe politieke avonturiers als Thierry Baudet hun partij leiden.” beeld ANP, Evert Elzinga
„Het is niet om het even hoe politieke avonturiers als Thierry Baudet hun partij leiden.” beeld ANP, Evert Elzinga

Partijen die na 2000 zijn opgericht, kregen vrijwel allemaal te maken met afsplitsingen en interne machtsstrijd. Ga maar na: LPF, PVV, Forum voor Democratie, 50PLUS en DENK. Historicus Gerrit Voerman merkte vorige week in NRC terecht op dat deze conflicten vaak nauw samenhangen met de dominante rol die de oprichters speelden. Zij staken ziel en zaligheid in hun club en ontleenden daar een haast onaantastbare positie aan. Zolang de partij alleen landelijk vertegenwoordigd is, valt de boel nog wel te overzien vanuit de Haagse fractiekamer. Zetels in de Provinciale Staten, gemeenteraden en het Europees Parlement maken de organisatie complexer. In het beste geval voegen nieuwe vertegenwoordigers dynamiek toe door de inbreng van frisse ideeën en nieuwe perspectieven. In het slechtste geval zitten er rotte appels tussen: extremisten, charlatans, politieke stuntelaars.

Hoe dominant de partijleider ook is, hij of zij kan niet grip houden op alle processen die zich afspelen in de organisatie. Wie een concern runt alsof het om een eenmanszaak gaat, snijdt zichzelf gigantisch in de vingers. In een onderontwikkelde partijcultuur slaat bij de minste of geringste onrust de vlam in de pan. De roep om ander leiderschap is dan vloeken in de kerk, want die wordt onvermijdelijk opgevat als een loyaliteitskwestie. Oprichters vereenzelvigen zich met het lot van de partij. Het bestuurlijk onvermogen is niet zelden groter dan het eigen ego van deze mensen.

Ook bij conventionele partijen verlopen leiderschapswissels vaak niet zonder slag of stoot. Echter, partijen die hun interne democratie niet op orde hebben, lijken het noodlot welhaast over zich af te roepen.

Het is echt een misverstand om te denken dat het partijleiders vrij staat om hun club volledig naar eigen inzicht te leiden. Partijen spelen een belangrijke staatkundige rol. Ze fungeren als de onmisbare dragers van beleidsalternatieven. Van vernieuwingsbewegingen als Forum en DENK gaat bovendien een emanciperende werking uit: groepen kiezers die voorheen onvoldoende gehoord werden, hervinden dankzij deze partijen een vorm van burgerlijk zelfvertrouwen. Er is dus alle reden om zuinig te zijn op partijen die de prenatale fase overleefd hebben. De wetgever moet deze jonge partijen tegen zichzelf en hun oprichters in bescherming nemen, door hun functioneren vast te leggen in een wet op de politieke partijen. Onze democratie heeft baat bij stabiele partijen. Het is niet om het even hoe politieke avonturiers als Thierry Baudet hun partij leiden.

Zo’n wet formuleert in mijn optiek minimale vereisten van interne democratie waar partijen aan behoren te voldoen. Prima als je daar de echte nieuwkomers bij ontziet. Van hen kun je redelijkerwijs niet verwachten dat ze in een mum van tijd een volwassen verenigingsstructuur optuigen. Van partijen die al enige tijd meedraaien, mag echter verwacht worden dat zij een meer open houding betrachten. Oh ironie, opdat de stem des volks gehoord wordt.

Kiezers die zich niet thuis voelen bij de gevestigde partijen hebben net zo veel recht op robuuste vertegenwoordiging als iedere andere kiezer. Statuten die partijbesturen immuun maken tegen ledeninvloed vormen een bedreiging voor het voortbestaan van partijen, omdat er geen ingangen zijn om de aard van het partijleiderschap ter discussie te stellen. Een andere les van FVD: sta niet langer toe dat politici onverenigbare dubbelfuncties vervullen. Wie politiek leiding geeft, kan niet tegelijkertijd zitting hebben in het (dagelijks) bestuur, laat staan als voorzitter.

Het is een recept voor ongelukken: wie zich intern niet ter verantwoording laat roepen, heeft zijn eigen politieke doodvonnis al geveld. Uiteindelijk is de kiezer daar de dupe van.

De auteur is politicoloog en masterstudent politieke filosofie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer