Binnenland

RvS bepaalt insprekers Sloelijn

De Raad van State gaat de komende weken bepalen wie volgens de bestuurswet bezwaren mag indienen tegen de aanleg van de nieuwe Sloelijn tussen Goes en Vlissingen. Pas daarna behandelt de raad de bezwaren inhoudelijk.

Van een medewerker
26 October 2004 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 01:48

Dat bleek maandag tijdens een rechtszitting over de zogeheten ontvankelijkheid van een groot aantal bezwaren tegen het tracébesluit voor de nieuwe Sloelijn. De Sloelijn is een nieuwe spooraftakking naar de havens van Vlissingen-Oost. Deze moet de oude spoorlijn, die bij Goes aftakt, vervangen.

De minister van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van VROM vinden dat alleen diegenen die vlak bij de nieuwe aftakking wonen, recht op inspraak hebben in de aanleg van de nieuwe Sloelijn.

Echter, een groot aantal omwonenden van de bestaande spoorlijn tussen Vlissingen en Roosendaal, waaronder de belangenvereniging Aanwonenden Spoorlijn en de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal, vinden dat ook hun bezwaren aan bod moeten komen. Zij zijn van mening dat „de aanleg van de nieuwe aftakking grote gevolgen heeft voor het totale goederentreinvervoer tussen Roosendaal en Goes. De spoorlijn wordt namelijk geheel geëlektrificeerd, zodat er waarschijnlijk meer goederentreinen tussen de Vlissingse haven en Roosendaal gaan rijden. Daar hebben ook de omwonenden van het bestaande spoor last van.”

Maandag benadrukte staatsraad R. Cleton uitdrukkelijk dat de Raad van State enkel zal beslissen wie in de eerstvolgende inhoudelijke rechtszitting inspraak in de zaak heeft.

Zodra bekend is wie wel en niet bezwaar mag maken zal een inhoudelijk rechtszitting komen, waarna de Raad van State definitief een oordeel zal vellen over de keuze voor de nieuwe goederenspooraftakking.

Uitspraak hierover volgt over enkele weken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer