Gevonden fluit blijkt oudste nog bestaande in Nederland
Een in het Markermeer gevonden fluit blijkt de oudste nog bestaande van Nederland te zijn. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en experts op het gebied van historische fluiten en renaissancemuziek hebben het instrument vrijdag in het Rijksmuseum Amsterdam gepresenteerd.
Het gaat om een houten dwarsfluit uit de vroege 16e eeuw. Het instrument wordt inmiddels de ”Fluit van Warder” genoemd, omdat het in 2017 door een archeologisch duikteam is ontdekt bij een scheepswrak in het Markermeer, ter hoogte van het Noord-Hollandse dorp Warder.
De fluit is gemaakt uit één stuk buxushout van 69 cm lang en heeft zes zogenoemde vingergaten. De fluit is uitzonderlijk goed geconserveerd, concludeert de dienst, maar kan niet meer bespeeld worden. Daarom is er inmiddels een replica gemaakt om te laten horen hoe de fluit klonk.
De vondst is ook al bijzonder omdat archeologen vrijwel nooit muziekinstrumenten vinden. En „oude dwarsfluiten zijn nauwelijks bewaard gebleven. De oudste in Nederland tot nu toe was de fluit die van Nova Zembla afkomstig is en uit circa 1590 dateert”, aldus de Rijksdienst. Andere renaissancefluiten, die in Italië en Oostenrijk bewaard worden, zijn waarschijnlijk wel ongeveer net zo oud als de ”Fluit van Warder”, zegt een woordvoerder.
Fluiten werden in vroeger dagen ook gebruikt door militairen, om seinen mee af te geven. De onderzoekers denken dat de teruggevonden fluit eigendom was van een militair, bijvoorbeeld een Zwitserse huurling, die in het begin van de 16e eeuw in West-Friesland was.
Vooral Zwitserse en andere Duitssprekende piekeniers, soldaten die vochten met een lange lans, gebruikten nogal eens een fluit bij hun werk. In de Wardense fluit is ook een stuk papier gevonden met een Duitse tekst in gothische letters, vermoedelijk afkomstig van Duitse of Zwitserse uitgeverij.
De ”Fluit van Warder” wordt vanaf 18 februari getoond in archeologiecentrum Huis van Hilde in Castricum.