KWS-dochter loopt werk op Bonaire mis
Het gedeukte imago van KWS-dochter De Antillen NV op Curaçao heeft ook gevolgen voor het bedrijf op buureiland Bonaire. De wegenbouwer is door de lokale overheid uitgesloten van de inschrijving voor projecten. Antillen-directeur Jan Dorr is woedend hierover.
De Antillen NV speelde een sleutelrol in het omkoopschandaal op Curaçao, dat in de afgelopen twee jaar tal van politici en zakenlieden van hun voetstuk liet vallen en in de gevangenis deed belanden. Ook de inmiddels ontslagen voormalig directeur C. L. hangt een gevangenisstraf boven het hoofd, terwijl het bedrijf er met een boete van afkwam.
Wel werd De Antillen NV op Curaçao op een zwarte lijst geplaatst, waardoor het de komende jaren niet op overheidsopdrachten hoeft te rekenen. Als gevolg van alle perikelen is de helft van het personeel inmiddels op straat komen te staan.
Er zijn echter nooit aanwijzingen, laat staan bewijzen, gevonden dat de vestiging van de KWS-dochter op Bonaire bij strafbare praktijken betrokken is geweest. Jarenlang had De Antillen NV op het eiland een monopoliepositie voor wat wegenprojecten betrof, totdat de Bonaireaanse Wegenbouw Maatschappij (BWM), onderdeel van de Janssen de Jong Groep, zich op Bonaire vestigde. Later voegde ook Koop Tjuchem zich op het tropische eiland, en overheidsopdrachten kwamen redelijk gelijkmatig bij de drie bedrijven terecht.
Het steekt Antillen-directeur Dorr dat voor een nieuw project zijn bedrijf niet is uitgenodigd om in te schrijven. In augustus liep De Antillen al een opdracht voor een grootschalig project voor herstelwerkzaamheden aan het wegennet mis. Die klus ging naar concurrent Koop Tjuchem.
Dorr denkt dat de affaires op Curaçao voor de bestuurders op Bonaire aanleiding zijn geweest om het bedrijf buiten de boot te laten vallen. „Er is nooit sprake van geweest dat ons bedrijf zich op Bonaire heeft beziggehouden met onoorbare praktijken. De onderzoeken van het openbaar ministerie hebben niet geleid tot enige aanklacht die te maken heeft met het Eilandgebied Bonaire.”
Volgens Dorr is het bestuurscollege op Bonaire in de fout gegaan door slechts twee bedrijven uit te nodigen om in te schrijven op het ophanden zijnde project. Beide aannemers hebben bovendien een combinatie gevormd en een offerte ingediend, waardoor er in de ogen van Dorr ook geen sprake kan zijn van een concurrerende prijs. Hij meent dat er voldoende redenen zijn om deze zaak juridisch aan te vechten en heeft het eilandsbestuur gevraagd de aanbesteding ongeldig te verklaren.