Asbestfonds van James Hardie snel leeg
Het compensatiefonds waaruit het Australische bouwbedrijf James Hardie zijn asbestslachtoffers betaalt, is wellicht volgend jaar april al leeg. Het fonds zal dan worden opgeheven.
Dat heeft de directie van het fonds maandag naar buiten gebracht.
De directeur van het fonds, Dennis Cooper, bestempelt de situatie als penibel. Hij wil ongeveer 100 miljoen Australische dollar (58,5 miljoen euro) aan vers kapitaal van het bouwbedrijf. Blijft deze injectie uit, dan moet de hulp van een curator worden ingeroepen om het fonds te liquideren.
Aan claims heeft het fonds voor 70 tot 80 miljoen Australische dollar (41 miljoen tot 47 miljoen euro) ontvangen van 600 slachtoffers. Als James Hardie niet met het benodigde bedrag over de brug komt, is dat een ramp, aldus Cooper. „Dan zouden slachtoffers waarschijnlijk hun schadevergoeding mislopen.” Statutair is James Hardie in Nederland gevestigd.
James Hardie richtte het fonds op in februari 2001 voor zijn werknemers die als gevolg van asbest ziek zijn geworden. Daarbij werd een bedrag van 293 miljoen Australische dollar (167 miljoen euro) gereserveerd voor toekomstige aanvragen. Momenteel belopen de schattingen over schadevergoedingen rond 2,24 miljard Australische dollar (1,31 miljard euro), bijna acht keer zo veel. James Hardie wordt verweten bezittingen te verbergen om de compensatie zo laag mogelijk te houden.
Vakbonden hebben inmiddels gedreigd met nieuwe processen. „We zullen alles in het werk stellen om het bedrijf aan zijn verplichtingen te laten voldoen”, aldus Greg Combet, secretaris van de Australische Centrale van Vakbonden (ACTU).
James Hardie heeft het fonds in een brief al laten weten bereid te zijn meer geld te fourneren. Het bouwbedrijf heeft daarbij aangegeven meer bijzonderheden over de financiële situatie nodig te hebben.
Vorige week raakte het James Hardie opnieuw in opspraak toen een van zijn topmannen vertrok met een gouden handdruk van 6,5 miljoen Amerikaanse dollar (5,1 miljoen euro).