Ethiopië is gediend bij openheid over oorlog
Het Ethiopische leger is donderdag de „eindfase” begonnen van het offensief in de opstandige regio Tigray. Dat liet de Ethiopische premier Abiy Ahmed donderdag weten, enkele uren nadat een ultimatum was verstreken voor de strijders in Tigray om zich over te geven. „Onze campagne voor rechtshandhaving heeft zijn eindfase bereikt”, aldus Ahmed.
De Ethiopische premier wilde met die termen de legitimiteit van zijn offensief benadrukken. Wat hem betreft is er geen andere weg dan harde actie, alle (internationale) oproepen tot een staakt-het-vuren en een nationale dialoog ten spijt. Vijandelijkheden tussen het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF) en het Ethiopische regeringsleger houden inmiddels drie weken aan. Het einde daarvan is bovendien nog niet in zicht: het TPLF heeft de hakken stevig in het zand gezet.
Vluchtelingen vertellen intussen schrijnende verhalen over de gruwelijkheden die in Tigray plaatsvinden. Die onderstrepen de noodzaak van een spoedig einde aan de oorlog. Premier Ahmed heeft echter onomwonden duidelijk gemaakt nu eerst te willen doorpakken. Hij houdt buitenlandse bemoeienis daarom op een afstand en beroept zich daarbij op de in het internationaal recht verankerde principes van non-interventie. Dat is juridisch gezien echter zeker niet het einde van alle tegenspraak. Het is namelijk geen absoluut beginsel en moet bijvoorbeeld in het geval van mensenrechtenschendingen wijken.
Vooropgesteld: als oproepen tot nationale dialoog inhouden dat alle partijen op voet van gelijkheid aan tafel schuiven, is Ahemds weerstand begrijpelijk. Hij beschuldigt het TPLF van een dodelijke aanval op regeringstroepen, voor hem de directe aanleiding om in te grijpen. Als de uitkomst van dialoog is dat een dergelijke aanval zich uitbetaalt in invloed of andere tegemoetkomingen, is het hek van de dam. In het etnisch verdeelde Ethiopië zou dat een open uitnodiging betekenen voor andere groepen om ook dergelijk geweld in te zetten.
Tegelijk is inmiddels zonneklaar dat er in de strijd in Ethiopië mensenrechten worden geschonden. Zo vielen er volgens een recent rapport van de Ethiopische mensenrechtenorganisatie EHCR zeker 600 burgerdoden bij een slachtpartij in de stad Maikadra, op 9 november. Strijders met een Tigray-achtergrond zouden alle huizen zijn afgegaan en mensen met specifieke etnische achtergronden hebben gedood. Daarbij komen de gruwelijke verhalen van vluchtelingen. Die zijn niet te verifiëren, maar geven een ontluisterend beeld van de situatie.
Premier Ahmed stelt dat zijn land prima in staat is de problemen zelf op te lossen. Hij zou er gezien de ernst van de situatie echter goed aan doen internationale pogingen om vrede te bewerken wél toe te laten en bovendien een einde te maken aan de afsluiting van de oorlogsregio voor journalisten en andere waarnemers. Ook dat hoort bij rechtshandhaving.