Windmolenbranche en kritische omwonenden eens over gedragscode
Mensen die in de buurt wonen van windmolens, moeten vanaf het begin van ieder windproject kunnen meepraten én de kans krijgen om mee te delen in de opbrengst. Die principes vormen de kern van een nieuwe gedragscode voor de ontwikkeling van windparken op land, die zowel door de branche is ondertekend als door de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW), die kritisch is over windmolens op land.
Ook Milieudefensie, Greenpeace, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieuorganisaties en Energie Samen hebben de afspraken ondertekend. „Windmolens op land zijn nodig om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te halen, maar in de praktijk is dat vaak een hele uitdaging; zowel technisch, financieel als maatschappelijk”, schrijven de organisaties.
Als windmolens worden geplaatst, moeten „alle belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium worden betrokken”, aldus de gedragscode. Bij inpassing van een windpark moet worden gestreefd naar 50 procent lokaal eigendom. De opstellers zien wel in dat het niet altijd lukt om iedereen helemaal tevreden te stellen.
Bijzonder aan de gedragscode is dat de branche het over de uitgangspunten eens is geworden met de NLVOW. „Om de opgave van wind in de energietransitie te kunnen realiseren vereist dit acceptatie van de omgeving”, zegt voorzitter Rob Rietveld van de kritische club van omwonenden. „Dit betekent samen met de omwonenden aan de slag en zeker niet over de hoofden van die omwonenden.” Wat Rietveld betreft laten de ontwikkelaars van windmolens met de nieuwe gedragscode zien dat ze „hier invulling aan willen geven. Gezamenlijk optrekken voor goede inpassingen en lusten en lasten eerlijker verdelen.”
Voorzitter Hans Timmers van brancheorganisatie NWEA is blij met de brede steun voor de code. „Op land moet je windparken ontwikkelen samen met de omgeving. Dat hebben we inmiddels allemaal geleerd”, zegt hij. Directeur Marjolein Demmers van Natuur & Milieu vindt ook dat draagvlak noodzakelijk is om meer windmolens te bouwen, die zij onmisbaar acht voor het halen van de klimaatdoelen.