Fiscus was tevreden over afdeling Toeslagen
Wopke Hoekstra bemoeide zich al snel na zijn benoeming tot minister van Financiën veel met de Belastingdienst. Zijn bemoeienis was groter dan die van zijn voorgangers, zei de bewindsman donderdag in het verhoor over de affaire met de kinderopvangtoeslag.
Er waren veel zorgen over de fiscus, maar de afdeling Toeslagen werd bij zijn aantreden gezien als het „best functionerende onderdeel” van de Belastingdienst. Hoekstra gaf aan zijn hoogste ambtenaar wel aan dat hij de kinderopvangtoeslag als burger heel complex vond. Door de problemen met de computersystemen en de riante vertrekregeling waardoor te veel ervaren krachten weggingen, was de fiscus al vanaf het begin een zorgenkindje. Kort na zijn aantreden kwamen de problemen met de erf- en schenkbelasting aan het licht, waardoor een groot bedrag aan belastingen niet werd geïnd.
Hoekstra werd hierover te laat geïnformeerd, zegt hij. De manier waarop informatie naar boven komt bij de Belastingdienst is volgens hem nog steeds niet op orde.
Voormalig staatssecretaris Tamara van Ark heeft het besluit om de groep gedupeerde toeslagenouders die in de zomer van 2019 in beeld waren al snel te compenseren, niet geblokkeerd. Dat zei de bewindsvrouw eerder donderdagmorgen onder ede tegen de ondervragingscommissie. Het ministerie van Financiën en toenmalig verantwoordelijk staatssecretaris Menno Snel, zijn zelf tot het besluit gekomen om toen nog niet te compenseren, aldus Van Ark.
Rillingen
Tijdens zijn eigen verhoor zei voormalig staatssecretaris Menno Snel dat de rillingen liepen over zijn rug liepen toen hij erachter kwam dat een grote groep ouders enorme bedragen moest terugbetalen omdat zij –meestal onterecht– werden beschuldigd van gesjoemel met hun toeslagen. Hij benadrukt dat hij in de afhandeling vaak juist meer wilde betekenen voor de getroffen ouders die de fiscus in beeld had. „Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik niet zuinig wilde zijn richting de ouders. Ik vond het verschrikkelijk voor ze. En het werd nog verschrikkelijker toen ik ze sprak.”