CDA en CU: Help de boerderijwinkels
CDA en ChristenUnie willen dat boeren die de handen ineenslaan om hun producten rechtstreeks te verkopen aan consumenten in de buurt, daar hulp bij krijgen.
Door de groot- en detailhandel over te slaan, kunnen boeren zelf meer overhouden. Op veel plekken in het land bestaan al dit soort initiatieven.
CDA en ChristenUnie willen dat een daarvan wordt aangemerkt als „proeflocatie”, waarbij de overheid bijspringt door eventuele knelpunten te helpen oplossen. De opgedane kennis en ervaring kan dan worden gebruikt voor projecten elders in het land.
„Een duurzame toekomst voor de landbouw begint met een eerlijkere prijs voor boeren”, zei ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber dinsdag tijdens het debat over de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. „Het helpt enorm als er een korte schakel zit tussen boer en consument. Slimme, lokale samenwerking zorgt daarvoor.”
Het verdienvermogen van boeren moet worden verbeterd, vindt ook CDA’er Jaco Geurts. „Je kunt namelijk niet groen doen, als je rood staat. Kortere ketens van het land naar het bord helpen daarbij, en zorgen ervoor dat verse producten uit eigen omgeving beter worden gewaardeerd.”
Tijdens het debat pleitte regeringspartij D66 om een einde te maken aan de intensieve veehouderij. Ook wil de partij een verbod op de handel in wilde dieren. Die maatregelen zijn volgens Tweede Kamerlid Tjeerd de Groot nodig om zoönosen, ziektes die van dier op mens over kunnen gaan, de pas af te snijden.
Het coronavirus is zo’n ziekteverwekker die oorspronkelijk van dieren afkomstig is, net als bijvoorbeeld het vogelgriepvirus en de bacterie die q-koorts veroorzaakt. De verspreiding van dergelijke gevaarlijke ziektes is volgens De Groot veelal het resultaat van de manier waarop mensen met dieren omgaan.