Gered uit de klauwen van de guerrilla’s
Sinds het begin van de pandemie is in Colombia het risico voor kinderen om geronseld te worden door een gewapende groep flink toegenomen. Hulporganisatie Benposta biedt kinderen in conflictsituaties opvang in Bogota en geeft hun op een bijzondere manier de regie over hun leven terug: door hun zelf de leiding te geven.
Rosa* was op school toen haar moeder huilend opbelde en haar 16-jarige dochter vertelde dat guerrillastrijders aan de deur waren verschenen om Rosa mee te nemen. „Mijn moeder zei dat ik naar huis moest komen om mijn tas te pakken. Ik wilde niet, maar ze zei dat ik moest gaan. Om vijf uur die middag haalden ze me op, met een motor. Ik was zo bang dat ik geen woord durfde te zeggen”, vertelt het meisje, een bedeesde tiener met steil bruin haar.
Ze vervolgt haar verhaal: „Na uren lopen door het bos kwamen we aan bij een boerderij, waar we een kamp opsloegen. Ze zeiden niets tegen me, maar maakten me om 5 uur wakker om voor hen te koken. Dat ging een paar dagen zo door, tot we naar een ander kamp moesten lopen, omdat het leger te dichtbij was gekomen. Ik was bang omdat ik alleen was met zo veel mannen, en bang voor hun wapens.”
Ondanks het tekenen van de vrede met guerrillabeweging FARC in 2016 is het aantal kinderen dat wordt geronseld door gewapende groepen in Colombia de afgelopen jaren niet af-, maar juist toegenomen. Dat heeft verschillende redenen. De uitvoering van de vredesakkoorden kwam maar moeizaam op gang en de overheid slaagde er niet in om de controle over te nemen in de gebieden die de FARC had achtergelaten. Zodoende duurde het niet lang voordat het conflict weer oplaaide tussen oude en nieuwe gewapende groepen, waaronder guerrillabeweging ELN, paramilitairen en afsplitsingen van de FARC.
Geronseld
En daar is een weer toenemend aantal kinderen het slachtoffer van. Zoals Rosa, die opgroeide in een van de armste en meest afgelegen regio’s van Colombia, een streek waarom nu ELN en oud-FARC-leden strijden. Hoewel exacte cijfers ontbreken –in veel gevallen wordt er geen aangifte gedaan– laten alle statistieken een stijgende lijn zien van het aantal kinderen dat werd geronseld door gewapende groepen sinds de FARC de wapens neerlegde. Tussen 2017 en 2019 liepen kinderen in 25 van de 32 departementen van Colombia het risico gerekruteerd te worden, volgens rapporten van de VN en de Colombiaanse ombudsman. Sinds het begin van de pandemie is het aantal gerekruteerde kinderen nog verder toegenomen. Gewapende groepen maakten van de maandenlange quarantaine gebruik om hun greep op de regio’s te versterken, en doordat talloze kinderen niet meer naar school kunnen in gebieden zonder toegang tot internet en in moeilijke thuissituaties, zijn ze vatbaarder voor de beloftes van de gewapende groepen, die hen geld, eten of een mooie telefoon beloven.
Volgens Coalico, een samenwerkingsverband van mensenrechtenorganisaties die de inzet van kinderen voor het conflict willen tegengaan, werden in de eerste helft van 2020 al even veel kinderen geronseld als in heel 2019, toen 200 tot 300 kinderen het slachtoffer werden van deze groepen.
Buikpijn
Rosa’s verblijf bij de guerrillagroep zou gelukkig niet lang duren. „In het tweede kamp werd ik ziek. Ik kon niet tegen de kou en de honger. Ik kreeg hevige buikpijn, die maar niet overging. Uiteindelijk brachten ze me terug naar het dorp, naar het ziekenhuis, waar ik drie dagen moest blijven. Daarna wilden ze me weer meenemen, maar ditmaal kon mijn moeder hen ervan overtuigen dat ze me met rust moesten laten.”
Een geluk bij een ongeluk, blijkt achteraf. Kort na deze episode werd het front van de guerrillagroep aangevallen door het leger, waarbij onder anderen de man die haar had gerekruteerd, omkwam. Rosa, haar moeder en een jongere broer waren toen al ondergedoken bij een familielid in een andere regio. „Dat ik ziek ben geworden, is mijn redding geweest.”
Sinds een aantal maanden verblijft Rosa bij Benposta, een opvangplek voor kinderen die slachtoffer zijn van het Colombiaanse conflict, net buiten hoofdstad Bogota. De niet-gouvernementele organisatie, bijgenaamd ”La Nación de los Muchachos” (De Natie van de Kinderen), vangt de kinderen op en begeleidt hen bij hun terugkeer in de maatschappij. Dat doet ze op een bijzondere manier: De kinderen besturen hun ‘dorp’ helemaal zelf, met een democratisch gekozen zelfbestuur waarin elk kind een stem heeft. Zo zijn er een burgemeester met een gemeenteraad, en alle leeftijdsgroepen hebben hun eigen district met een afgevaardigde die hen vertegenwoordigt in de algemene vergaderingen.
Het idee daarachter is dat de kinderen de regie terugkrijgen over hun eigen leven, zegt directeur José Luis Campo, sinds de oprichting in 1974 betrokken bij Benposta in Colombia. „Bij Benposta werken we met het fundamentele principe dat ook kinderen rechtspersonen zijn, zonder de kinderen te stigmatiseren als kindsoldaat of ontheemde. Wanneer je kinderen als zodanig blijft behandelen, komen ze nooit vooruit. Wat telt is het heden, en de toekomst”, zegt de 72-jarige Campo, een Galiciër met de bijnaam ”Peque”, ofwel Kleine.
„Zelfbestuur leert ons onafhankelijk te zijn”, zegt de 18-jarige Miyela*, die de post bekleedt van locoburgemeester en raadslid is voor Harmonie en Samenleving binnen de gemeenschap. „Je staat op tijd op, wast je eigen kleren, gaat naar school, en dat is jouw verantwoordelijkheid. Er is geen volwassene die zegt: doe dit of doe dat. We leren wat goed en fout is, want we zijn op een leeftijd dat we nog niet de consequenties van onze daden overzien.”
Nog een belangrijk punt: zelfbestuur leert de kinderen dat problemen ook met dialoog kunnen worden opgelost, zeggen de kinderen. „Waar ik vandaan kom, worden problemen opgelost met de vuist, of met kogels. Met geweld, kortom. In mijn dorp bestaat geen politie, er is alleen guerrilla”, zegt Wilson*, 17 jaar oud en burgemeester van Benposta. „Wanneer er hier ruzie is, dan organiseren we een vergadering om het op te lossen.”
Dagelijks staan de kinderen vroeg op, waarna ze schoonmaken en naar school gaan, samen met kinderen uit omliggende buurten. In de middag nemen ze deel aan activiteiten zoals dans, muziek en sport, en wekelijks zijn er verschillende vergaderingen om de gemeenschap draaiende te houden.
Ook krijgen de kinderen bijstand van sociale werkers en psychologen. Net als Wilson geldt voor veel kinderen dat ze zijn opgegroeid met geweld als de norm binnen de maatschappij. „Ze zijn conflictueus, hebben moeite om zich aan te passen”, zegt David Cuenu (25), die op zijn 15e in Benposta kwam na te zijn ontheemd door de guerrilla, en er nu werkt als verzorger, een soort toezichthouder.
De ngo, met een geschiedenis die teruggaat tot de jaren 60 van de vorige eeuw (zie kader), begeleidde tussen 2000 en 2006 honderden kindsoldaten bij hun terugkeer naar de maatschappij, totdat de Colombiaanse overheid haar eigen formele re-integratietraject voor kindsoldaten opzette. Sindsdien vangt Benposta vooral kinderen op die op andere manieren slachtoffer zijn van het conflict, waaronder kinderen die dreigen te worden geronseld door gewapende groepen maar ook kinderen die zijn ontheemd door de oorlog en slachtoffers van seksueel geweld.
Coca plukken
Om die risicosituaties vroegtijdig te signaleren beschikt de instelling over een netwerk van lokale teams in de conflictgebieden, de zogeheten Veilige Omgevingen, die deze kinderen opsporen en, wanneer het echt dreigt mis te gaan, naar de opvang van Benposta in Bogota sturen. „Meestal gaat het om kinderen die dreigen de school te verlaten. Want wanneer dat gebeurt, gaat een kind op zoek naar inkomsten. Dat betekent of coca plukken, of je aansluiten bij een gewapende groep”, zegt Campo.
Met Rosa gaat het goed. „Hier kan ik naar school gaan zonder bang te zijn dat ze me weer meenemen. Ik denk niet zo veel terug aan wat er gebeurd is, ik ben hier altijd wel ergens mee bezig. Vroeger deed ik het heel slecht op school, want ik zag het nut er niet van in. Nu heb ik al mijn vakken gehaald. Deze Rosa is niet meer de Rosa van vroeger.”
*De namen Rosa, Wilson en Miyela zijn uit veiligheidsoverwegingen gefingeerd. Hun echte namen zijn bij de redactie bekend.
Alle kinderen een stemDe geschiedenis van Benposta gaat terug tot de jaren 60, ten tijde van de dictatuur in Spanje, toen de eigenzinnige priester Jesús César Silva Mendez, beter bekend als Padre Silva, een groep van vijftien jongens voorstelde een democratische gemeenschap met een compleet nieuw sociaal model op te richten. ”La Ciudad de los Muchachos”, oftewel De Stad van de Jongens, was geboren.
Vader Silva was een priester met een radicale evangelische visie, vergelijkbaar met de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologie, overtuigd van de noodzaak dat sociale structuren die leidden tot uitsluiting en armoede, veranderd moesten worden, op basis van een democratisch model waarin alle kinderen een stem hadden. Om die boodschap wereldwijd uit te dragen, richtte de groep een circus op. Daarmee trok de groep in de daaropvolgende decennia de hele wereld over, waarna er in verschillende landen vestigingen werden opgericht. Zo ook in Colombia, waar Benposta in de loop der decennia uitgroeide tot een tehuis waar kindsoldaten worden opvangen en jongeren die dreigen te worden gerekruteerd.