Amper verblijfsvergunningen voor ‘schrijnende situaties’
Sinds het verruimde kinderpardon van vorig jaar is er minder dan tien keer een verblijfsvergunning aan iemand toegekend vanwege een ‘schrijnende situatie’. Dat blijkt uit de laatste twee Rapportages Vreemdelingenketen.
Het kinderpardon was een zwaarbevochten compromis in de coalitie, waarin de VVD er geen voorstander van was. Als onderdeel van de deal werd er per 1 mei 2019 een einde gemaakt aan de mogelijkheid voor de staatssecretaris van Asiel om persoonlijk iemand een verblijfsvergunning toe te kennen: de zogenoemde discretionaire bevoegdheid.
In plaats van die bevoegdheid, kreeg de directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst de mogelijkheid om iemand op basis van een ‘schrijnende situatie’ een verblijfsvergunning toe te kennen. Van die bevoegdheid wordt tot dusver amper gebruikgemaakt, blijkt uit de cijfers.
Staatssecretaris Ankie Broekers-Knol stuurde maandag cijfers over de vreemdelingenketen naar de Kamer, over de eerste helft van 2020. In die periode werd er minder dan vijf keer om deze reden een vergunning verleend; exacter dan dat worden de cijfers niet in het rapport. In het vorige rapport, dat heel 2019 beslaat, stond een zelfde aantal: minder dan vijf. Dagblad Trouw en onderzoeksplatform Investico berichtten in november op basis van eigen onderzoek dat er sinds mei slechts één keer van de bevoegdheid gebruik was gemaakt.
Het totale aantal aanvragen voor een verblijfsvergunning daalde in alle categorieën fors in de eerste helft van 2020, als gevolg van de coronacrisis. In totaal was er een daling van 36 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.