Gezondheidsraad: coronavaccin eerst naar 60-plussers en zieken
Als er een vaccin tegen corona is, moeten 60-plussers en zieken als eersten worden gevaccineerd. Dat adviseert de Gezondheidsraad voorlopig aan het kabinet.
Er moet een keuze worden gemaakt omdat er niet meteen genoeg vaccin voor iedereen zal zijn. Daarom wil de raad voor alles inzetten op het verminderen van ernstige ziekte en sterfte door het coronavirus en moeten de mensen met de meeste kans daarop als eerste het vaccin krijgen. Het gaat om ongeveer 5 miljoen mensen.
Binnen de genoemde groepen kan dan ook nog een soort volgorde worden gemaakt, door te beginnen met de 60-plussers met een aandoening en van hen dan weer de oudste groep. Mochten zieken niet kunnen worden gevaccineerd dan moeten verzorgers uit hun omgeving ook onder de eersten zijn die met het vaccin worden geprikt, aldus de raad.
Ook zorgmedewerkers met direct patiëntencontact moeten vroeg in aanmerking komen voor een prik, omdat zij meer risico hebben om besmet te raken. En als een zieke zelf niet gevaccineerd kan worden, zouden zijn of haar mantelzorger met voorrang een inenting kunnen krijgen om de zieke te beschermen. In totaal zou dat om ongeveer 1,5 miljoen verzorgenden gaan.
Het adviesorgaan zegt dat bij de uiteindelijke keuze ook andere zaken een rol kunnen spelen, zoals continuïteit van de zorg als geheel.
Er is gekeken naar wat er nu over de vaccins bekend is en en de aantallen besmettingen. Bij minder besmettingen kan het mogelijk beter zijn om vooral verspreiding van het virus verder te bestrijden. Dan komen ook andere groepen in aanmerking, aldus de raad. Daarbij is het van belang dat een vaccin niet alleen beschermt tegen de ziekte, maar ook tegen overdracht daarvan.
Het advies is voorlopig en kan nog veranderen als meer bekend is over geschiktheid voor verschillende groepen, zegt de raad.