Politie Berlijn gebruikt waterkanon tegen coronademonstranten
De Duitse politie heeft in Berlijn waterkanonnen ingezet om een demonstratie van tegenstanders van de coronamaatregelen uiteen te drijven. Even daarvoor was de demonstratie door de politie als beëindigd verklaard en werden de betogers gesommeerd te verdwijnen.
De politie werd naar eigen zeggen door betogers bekogeld met stenen en flessen en sommige demonstranten gebruikte pepperspray. Ook de politie gebruikte pepperspray en arresteerde een onbekend aantal betogers.
De politie maakte een einde aan de demonstratie omdat de deelnemers zich niet aan de coronaregels hielden. Ze droegen geen mondkapje en hielden onvoldoende afstand. De politie hield tot 14.00 uur 190 mensen aan, zo liet het korps via Twitter weten. Tot dat tijdstip waren negen politiemensen gewond geraakt.
Aan de demonstratie, woensdag in de buurt van het parlement, deden naar schatting 5000 tot 10.000 mensen mee. De Bondsdag, waar het parlement een wet aannam om coronamaatregelen te verankeren, was door de politie afgezet. Bij een vorige gelegenheid hadden betogers de Bondsdag bestormd waarna veel kritiek kwam.
Parlementsleden beschuldigen collega’s van de populistische partij AfD ervan dat ze tegenstanders van de coronamaatregelen het parlementsgebouw hadden binnengeloodst. Die vielen vervolgens politici lastig door ze opzichtig te filmen en opmerkingen over hun coronabeleid te maken.
Dat overkwam onder anderen minister van Economische Zaken Peter Altmaier. Normaal gesproken mogen parlementsleden maximaal zes mensen mee naar binnen nemen zonder een veiligheidsonderzoek. Ze zijn dan wel verantwoordelijk voor hun handelen.