Sharon wil kolonisten Gaza compenseren
Het Israëlische kabinet heeft zondag ingestemd met de compensatieregeling voor de 8000 kolonisten die volgens het terugtrekkingsplan van premier Ariel Sharon hun nederzettingen in de Gazastrook moeten verlaten.
De instemming van het kabinet is een belangrijke stap in aanloop naar de eerste stemming over het terugtrekkingsplan in de Knesset, het Israëlische parlement, dinsdag. Het wetsvoorstel dat het kabinet gisteren goedkeurde, omvatte naast de compensatieregeling ook richtlijnen voor de bestraffing van kolonisten die weigeren hun huizen in Palestijns gebied te verlaten.
De Israëlische regering is ernstig verdeeld over het terugtrekkingsplan van Sharon. Het wetsvoorstel van gisteren werd door zes ministers afgekeurd, onder wie vijf van Sharons eigen Likud-partij. Dertien ministers waren voor het voorstel.
De verwachting is dat de Knesset het terugtrekkingsplan morgen goedkeurt, ondanks de vrijwel zekere tegenstemmen van veertig parlementariërs van Likud. Om zijn tegenstanders de mond te snoeren hoopt Sharon echter dat hij in de Knesset een ruime meerderheid achter zijn plan krijgt. Sharon zegt dat de terugtrekking uit Gaza nodig is om de veiligheid van Israël te vergroten en om een aantal grote nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te kunnen behouden.
De stemming in het kabinet van gisteren en die in de Knesset van morgen zijn nog lang niet de laatste over het terugtrekkingsplan. Beide moeten de komende maanden ook nog de feitelijke ontruimingen van de nederzettingen in de Gazastrook goedkeuren.
Een groep Israëlische juristen schrijft in een gisteren gepresenteerd rapport dat Israël zich wel kan terugtrekken uit de Gazastrook, maar dat het als bezettende macht volgens het internationaal recht toch de verantwoordelijkheid houdt over het gebied. Omdat Israël na de terugtrekking wel controle houdt over de kustlijn, het luchtruim en de grensovergangen van Gaza, blijft het verantwoordelijk voor het gebied, aldus de juridische experts van de Israëlische ministeries van Justitie, Buitenlandse Zaken en Defensie. Die verantwoordelijkheid wordt volgens hen pas opgeheven als Israël de volledige controle over de strook overdraagt aan een andere autoriteit, bijvoorbeeld een internationale troepenmacht of een onafhankelijke Palestijnse staat.