Top fiscus al in 2017 gewaarschuwd over ‘laakbaar handelen’
Een hoge ambtenaar bij de Belastingdienst waarschuwde haar leidinggevenden al in het voorjaar van 2017 dat de dienst „laakbaar” handelde jegens ouders in wat later bekend zou worden als de toeslagenaffaire. Haar memo werd besproken in de ambtelijke top, maar er gebeurde vervolgens niets mee.
De ambtenaar, Sandra Palmen, las delen uit haar advies voor tijdens haar verhoor door de parlementaire ondervragingscommissie die de toeslagenaffaire onderzoekt. Daarmee werd voor het eerst duidelijk hoe kritisch haar memo was. In de versie die onlangs openbaar werd gemaakt, waren de belangrijkste passages onleesbaar gemaakt.
„Hoe is het mogelijk geweest de toeslag van driehonderd burgers op deze wijze stop te zetten”, is een van de vragen die Palmen destijds op papier zette. Dat gebeurde volgens haar onzorgvuldig, met een „onjuiste rechtsgrond” en „zonder acht te slaan op de rechtsbescherming”.
Het memo ging om de zaak rond het Eindhovense gastouderbureau Dadim, dat centraal stond in de eerste mediaberichten over de toeslagenaffaire. Palmen adviseerde toen al de klachten in deze zaak gegrond te verklaren en een „vorm van compensatie” te bieden. Tijdens het verhoor voegde zij daar aan toe dat de basisbeginselen van behoorlijk bestuur „wel heel erg geschonden” waren.
Het managementteam Toeslagen kreeg het advies ook, en zag de impact ervan, aldus Palmen. „Dit gaat een heel groot issue worden”, realiseerde een MT-lid zich volgens Palmen toen al. Maar uiteindelijk is hier weinig mee gedaan. Er is een groep gevormd om de zaak af te handelen, maar daarin bleken „verschillende visies” op de kwestie te bestaan.
Palmen weet niet wat er gebeurd is met haar advies om ook toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes in te lichten. Dat had volgens haar Jaap Uijlenbroek, destijds directeur-generaal van de Belastingdienst, dan moeten doen. Zowel Wiebes als Uijlenbroek moet later nog voor de commissie verschijnen om onder ede te worden gehoord.
De juriste zegt in haar lange loopbaan bij de fiscus, waar zij sinds 1997 werkt, niet eerder te hebben meegemaakt dat haar adviezen in de wind werden geslagen. „Dat was voor mij ook een hele vreemde”, zei ze. Kort na het kritische rapport werd haar functie opgeheven en vertrok zij bij Toeslagen. „Of er een direct verband is weet ik niet”, zei zij desgevraagd. „Het is wel op hetzelfde moment besproken in het MT.”
Palmen vertelde de commissie verder dat de juristen waar zij mee werkte, vaak met weinig respect spraken over de advocaat van een groot aantal slachtoffers van de affaire, Eva González Pérez. Die vonden zij maar lastig. Zij was aanwezig bij een gesprek tussen de verschillende partijen. „Ik heb dat niet als oplossingsgericht ervaren”, zei zij.