Gerhard Hormann over hypotheekvrij zijn
Steeds meer pensioenadviseurs zijn het eens over het feit dat een afgelost koophuis een solide pijler vormt onder de oudedagsvoorziening.
Hoewel een eigen woning op zich geen geld genereert, zorgt ze wel voor aanmerkelijk lagere maandlasten. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat een hypotheekvrij huis net zo veel bijdraagt aan de koopkracht als een aanvullend pensioen van 750 euro netto (of het maandbedrag dat u nu betaalt voor huur of aflossing en rente).
Om die reden zeg ik weleens dat je jezelf als werknemer of ondernemer –en zeker als zzp’er– geen groter plezier kunt doen dan met een hypotheekvrij huis op de pensioendatum. Wie dat doel al op jonge leeftijd weet te bereiken, kan die pensioendatum zelfs vervroegen of ervoor kiezen om het aantal werkdagen langzaam af te bouwen tot het moment waarop de eerste AOW-uitkering op de rekening wordt gestort.
Voor veel huizenbezitters is dat een volstrekt onhaalbaar ideaal. Bij erfenissen blijkt in 60 procent van de gevallen nog een hypotheek op de nalatenschap te rusten, zodat je kunt vaststellen dat een meerderheid van de huishoudens er zelfs niet in slaagt om de schulden af te lossen voor de eigen sterfdatum. Wat dat betreft zitten we als maatschappij met een lastige erfenis uit het verleden, want nog steeds is de helft van de collectieve hypotheekschuld van 650 miljard aflossingsvrij.
Zelf heb ik er recentelijk voor gekozen om de einddatum van onze spaarhypotheek te vervroegen van de leeftijd van 63 jaar naar 58 jaar. Psychologisch gezien maakt het namelijk nogal wat uit of je al over een paar jaar hypotheekvrij bent (namelijk in maart 2020), of pas een paar jaar voor je pensioendatum. Toch weet ik nog steeds niet of ik er ook in financieel opzicht verstandig aan heb gedaan, want het bijbehorende rekensommetje ontpopt zich als een ware breinbreker.
Om de einddatum met vijf jaar te vervroegen, heb ik een eenmalige extra premiestorting moeten doen van 6400 euro. Daarnaast gaat de te betalen premie met 153 euro omhoog, zodat we de komende jaren maandelijks veel duurder uit zijn. Bij elkaar opgeteld betalen we in totaal 13.285 euro extra om een resthypotheek van slechts 44.000 euro vijf jaar eerder af te lossen. Je vertrouwt erop –net als bij de garage waar je auto in onderhoud is– dat het klopt, maar het blijft een staaltje financiële alchemie.
Veel huizenbezitters die een offerte aanvragen voor het versneld aflossen van hun spaarhypotheek zullen terugschrikken als ze deze rekensom maken of tevergeefs proberen hem te doorgronden. Omdat ik er zelf ook niet uitkwam, heb ik er maar een paar ándere berekeningen tegenover gezet. Zo stijgt onze koopkracht –wanneer we in maart 2020 hypotheekvrij zijn– in één klap met 481 euro bruto per maand. Je kunt ook zeggen dat ik vanaf mijn 58e een aanvullend pensioen ontvang ter hoogte van dat bedrag.
Nog veel beter wordt de berekening als ik kijk hoeveel we vanaf dat moment besparen door deze maatregel. Zonder extra premiestortingen had ik na maart 2020 nog vijf jaar aan de bank vastgezeten en elke maand 328 euro over moeten maken. Vermenigvuldig je dat maandbedrag met de resterende looptijd, dan kom je uit op een duizelingwekkende 19.702 euro. Zet je dat af tegen de extra kosten die we nu maken, dan is het weliswaar geen goedkope oplossing, maar ook helemaal geen slechte deal.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl