Volgens een eerder deze maand gesloten vredesakkoord hadden de Armeniërs tot zondag de tijd om te vertrekken uit de regio Kalbajar, die door Azerbeidzjan was veroverd in de oorlog die eind september oplaaide in de betwiste regio. Maar de Azerbeidzjaanse president Aliyev stemde zondag in met een latere deadline, heeft een adviseur van de president gezegd.

De Armeniërs krijgen nu tien dagen langer, tot 25 november, de tijd om het gebied over te geven aan Azerbeidzjan. Armenië voerde aan meer tijd nodig te hebben, omdat er maar één weg is waarlangs de terugtrekking kan plaatsvinden. Troepen mogen nu langer in Kalbajar blijven en Armeense inwoners van het gebied krijgen ook meer tijd om hun spullen te pakken. Bewoners staken al huizen in brand voordat ze vluchtten naar Armenië.

Volgens het vredesakkoord mag Azerbeidzjan de veroverde gebieden houden. De Armeense oppositie ziet de deal als verraad en beraamde zelfs een staatsgreep, meldde de nationale veiligheidsdienst NSS zaterdag. Premier Nikol Pasjinian zou daarbij vermoord worden. Afgelopen week pakten de Armeense autoriteiten tien prominente oppositieleden op die worden verdacht van het organiseren van „illegale en gewelddadige onlusten” op grote schaal.

Voor andere regio’s in Nagorno-Karabach die Azerbeidzjan veroverde gelden latere deadlines voor terugtrekking. Die blijven onveranderd.