Opinie

Nieuwe Omgevingswet maakt het niet overzichtelijker

Gemeenteraden doen er goed aan als zij voortvarend voorbereidingen treffen voor de nieuwe Omgevingswet. Het risico dat uiteindelijk de burger de rekening van het nieuwe systeem op zijn bordje krijgt, wordt daardoor kleiner.

Mr. Nellieke Oudijn
4 November 2020 12:32Gewijzigd op 17 November 2020 08:02
„Door de nieuwe Omgevingswet gaan in verschillende gemeenten verschillende regels gelden voor dezelfde activiteit. Zo kan in twee aaneengrenzende gemeenten een activiteit als ”bouwen” verschillend beoordeeld worden.” beeld iStock
„Door de nieuwe Omgevingswet gaan in verschillende gemeenten verschillende regels gelden voor dezelfde activiteit. Zo kan in twee aaneengrenzende gemeenten een activiteit als ”bouwen” verschillend beoordeeld worden.” beeld iStock

Jaren geleden ontstond het ambitieuze plan om het systeem van regels voor onze fysieke leefomgeving, het omgevingsrecht, grondig te herzien. Onder leiding van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties krijgt de nieuwe Omgevingswet steeds meer vorm. De inwerkingtreding was gepland op 1 januari 2021 maar is inmiddels uitgesteld tot 1 januari 2022. Onder andere gemeenten blijken niet klaar voor de ingrijpende veranderingen.

Het nieuwe systeem is op z’n zachtst gezegd een uitdaging. De Omgevingswet is een bundeling van 26 huidige wetten. De gigantische wetgevingsklus houdt de gemoederen flink bezig. Maar is het nieuwe systeem ook een verbetering? Ik meen van niet.

Niet alleen moeten gemeenten een heel nieuw omgevingsregime implementeren, ook worden de nodige eisen gesteld op ICT-gebied. Gemeenten moeten aan de slag met een digitaal stelsel waarin alle regelgeving (alle vergunningen incluis) op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau verwerkt worden. Op dit moment kennen we de website ruimtelijkeplannen.nl, met daarop alle bestemmingsplannen, structuurvisies enzovoort overzichtelijk en inzichtelijk op een rij. Toegegeven: niet elke gemeente heeft het even goed voor elkaar. De meeste gemeenten geven echter via deze website een prima inkijkje in de ruimtelijke regels. Er is wat mij betreft geen reden tot volledige vervanging van dit systeem.

DSO

Straks krijgen we, als fundament van de nieuwe Omgevingswet, een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In dit systeem worden de regels weergegeven die op een specifieke locatie gelden. Het DSO bevat daarnaast een loket waar meldingen gedaan en vergunningen aangevraagd kunnen worden, vergelijkbaar met het huidige omgevingsloket.nl. Het DSO moet het voor burgers mogelijk maken om eenvoudiger te kunnen nagaan wat wel en wat niet is toegestaan op een specifieke locatie. Hoe overzichtelijk zal het systeem echter worden als de regels van het Rijk, de provincie en de gemeente onder elkaar staan? Ik vrees dat een burger straks door de bomen het bos niet meer ziet. Bovendien werkt het digitale systeem alleen als daadwerkelijk alle ruimtelijke plannen en vergunningen zijn ingevoerd. Het is zorgwekkend hoeveel gemeenten deze digitaliseringsslag nog moeten maken.

Het nieuwe systeem bundelt wet- en regelgeving in een compacter geheel. Op een andere manier werken staat centraal. Er komt meer ruimte voor maatwerk en participatie. Betrokken partijen moeten de samenwerking opzoeken om projecten en activiteiten mogelijk te maken.

De Omgevingswet laat de meeste beslissingen over aan de gemeenteraad. Op die manier kan maatwerk geboden worden. Elke gemeente is tenslotte anders en kent haar eigen uitdagingen wat betreft de leefomgeving. Dat klinkt sympathiek en tot op zekere hoogte is het dat ook. Dit zorgt echter wel voor het probleem dat in verschillende gemeenten verschillende regels gaan gelden voor dezelfde activiteit. Zo kan in twee aaneengrenzende gemeenten een activiteit als ”bouwen” verschillend beoordeeld worden.

Bruidsschat

Het Rijk gooit een hoop regels bij gemeenten over de schutting. Met een knipoog heeft deze vracht regels de aanduiding ”bruidsschat” gekregen. Hoe mooi dit ook klinkt, een nare bijsmaak heeft het wel. De bruidsschat past in een trend van decentralisatie, zoals ook bij de Wmo en de zorgtaken die gemeenten erbij kregen. Gemeenten krijgen steeds meer taken en bevoegdheden, maar niet de bijpassende zak geld van het Rijk.

Ook bij de komende wetswijziging zal daarvoor genoeg aandacht moeten zijn. De bruidsschat in de Omgevingswet houdt in dat veel regels gedecentraliseerd worden. Het gaat dan met name om regels uit het huidige Activiteitenbesluit: regels die zien op het milieu. Gemeenteraden zullen zelf de afweging moeten gaan maken of ze deze regels willen implementeren in hun lokale systemen.

Rechtsonzekerheid

Al die verschillende afwegingsmogelijkheden die bij de gemeenteraad komen te liggen, maken het lokale omgevingsrecht gevoeliger voor politieke wisselingen en vriendjespolitiek. Dit leidt tot rechtsonzekerheid. Weet een burger straks nog wat wel en wat niet mogelijk is? Het nieuwe systeem leidt eveneens tot rechtsongelijkheid. De verschillen in regels tussen gemeenten worden de komende jaren steeds groter.

Het is de bedoeling dat men bij het raadplegen van het DSO zelf snel en gemakkelijk op de hoogte komt van de regels ter plaatse. Gelet op de complexiteit van het systeem is het echter moeilijk voorstelbaar dat het DSO een oplossing biedt voor de rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid. Integendeel: burgers en bedrijven zullen eerder naar een specialist moeten om wegwijs te raken in al die regels in het omgevingsrecht.

Dat de Omgevingswet er komt, is vrij zeker. Vooral aan gemeenteraden doe ik daarom de oproep om voortvarend voorbereidingen te treffen voor het nieuwe systeem. Het risico dat uiteindelijk de burger de rekening ervan op zijn bordje krijgt, wordt daardoor kleiner. Immers: een gemeente die haar zaken goed op orde heeft, stuurt een burger niet van het kastje naar de muur.

De auteur is als advocaat werkzaam bij BVD advocaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer