Van bejubeld naar verguisd: algoritmes in het verdachtenbankje
Ooit werden algoritmes bejubeld als een drijvende kracht achter de vooruitgang. Nu ze nogal eenzijdig lijken te zijn, liggen ze onder het politieke vergrootglas. Waarom precies?
Een YouTube-algoritme dat gebruikers in een ‘fabeltjesfuik’ vangt, een bedrijfsalgoritme dat een chauffeur van taxidienst Uber de bons geeft: algoritmen hebben het tij niet mee, en dat hebben ze voor een groot deel aan hun ontwikkelaars te danken. Nu ze op sociale media vooral heel dienstig blijken in de verspreiding van desinformatie pleiten CDA-Kamerlid Harry van der Molen en zijn D66-collega voor een onderzoek. Het algoritmeprobleem in vijf vragen en antwoorden.
Wat is een algoritme?
„Niets anders dan een systematische manier om iets te berekenen”, aldus Hans Bodlaender, hoogleraar informatica aan de Universiteit Utrecht, vorig jaar in het Reformatorisch Dagblad. Ze vormen een stappenplannen met acties die een probleem oplossen of een taak uitvoeren. De uitkomst van de ene stap kan de basis zijn voor de volgende.
Waarom liggen ze nu onder vuur?
Een algoritme kan heel complex zijn. Veel bedrijven die hun bestaan aan internet ontlenen, ontwikkelden algoritmes om gebruikers op basis van hun keuzes of internetgeschiedenis ”relevante informatie” voor te schotelen. Die informatie wordt zo wordt gepresenteerd dat ze aansluit bij de voorkeuren of internetgeschiedenis van de gebruiker, zodat deze geneigd is de filmpjes of artikelen te bekijken. Daardoor blijft hij of zij langer hangen, en dat levert een website-eigenaar uiteindelijk meer advertentie-inkomsten op.
Maar doordat algoritmes zich onder meer op de voorgeschiedenis van een gebruiker baseren, werken ze ook sturend. De ”relevante informatie” zal eerder hun gelijk bevestigen dan tegenspreken, waardoor er een informatiebubbel of fabeltjesfuik ontstaat.
Zijn algoritmes inderdaad zo gevaarlijk?
Een algoritme is niet per se schadelijk, maar kan dat wel degelijk worden. Het algoritme van videowebsite YouTube, dat steeds nieuwe video’s aanbeveelt op basis van eerder bekeken video’s, is bijvoorbeeld ‘onschadelijk’ zolang liefhebbers van Bach steeds andere uitvoeringen krijgen voorgeschoteld. Hetzelfde algoritme kan echter een eigen leven gaan leiden als gebruikers een filmpje van een complottheorie bekijken en naar aanleiding daarvan een wereld vol alternatieve theorieën in worden gezogen. En een algoritme dat op sociale media accounts aanbeveelt op basis van interesses kan nuttig zijn om gelijkgestemden te ontmoeten, maar ook een informatiebubbel creëren waarin alleen het eigen gelijk wordt bevestigd.
Wat moet een onderzoek naar algoritmes opleveren?
Nu blijkt dat algoritmes zo eenvoudig desinformatie kunnen verspreiden, neemt de politieke aandacht ervoor toe. Algoritmes van technologiebedrijven zijn vaak bedrijfsgeheim – en daardoor niet inzichtelijk en controleerbaar. Onderzoek moet meer informatie opleveren over de maatschappelijke invloed van algoritmes. Daarna kan er volgens de initiatiefnemers worden gekeken naar vervolgstappen, zoals het verbieden van aanbevelingen op basis van algoritmes.
Zijn er alternatieven?
Algoritmes zijn vooral een ideale oplossing voor bedrijven omdat zij ze in beheer hebben. De informatie die door de algoritmes bij elkaar wordt geharkt, blijft binnenshuis en kan beter worden gewaarborgd en gebruikt. Alternatieven, zoals het gebruik van cookies en de internetgeschiedenis, zijn niet alleen kwetsbaar omdat de informatie in handen van gebruikers berust –en dus kan worden geblokkeerd en gewist– maar leiden uiteindelijk tot hetzelfde resultaat als algoritmes.