Buitenland

Geen woorden over Europese rechtsstaat maar daden

Niet één Europees land kwam er woensdag goed vanaf. In alle 27 lidstaten zijn er problemen met de rechtsstaat, bleek uit een EU-rapport. Dat moet beter, zeker op het hoogste niveau.

Lieke Pippel
2 October 2020 18:39Gewijzigd op 17 November 2020 07:57
Rutte in Brussel voor de EU-top. beeld EPA, Aris Oikonomou
Rutte in Brussel voor de EU-top. beeld EPA, Aris Oikonomou

Eén teleurstelling moest premier Mark Rutte na de vorige EU-top in juli incasseren: er was weinig overgebleven van de plannen om eisen aan de rechtsstaat te koppelen aan financiële steun uit het Europese herstelfonds. Het leek zo simpel: wie geld wil, moet de rechtsstaat op orde hebben.

Het voorstel was echter tegen het zere been van Polen en Hongarije. Die twee landen liggen al jaren met Brussel in de clinch over onder andere de onafhankelijkheid van de rechtspraak.

Dat Rutte tijdens de Europese top zich hard bleef maken voor de bescherming van Vrouwe Justitia, frustreerde de Hongaarse premier Viktor Orban. „Waarom haat die Nederlandse jongen mij zo?”, vroeg hij zich in juli hardop af. Zo’n twee maanden later, rond de EU-top van donderdag en vrijdag, hing deze vraag nog steeds in de lucht.

De discussie is deze week echter nog meer verhit geraakt vanwege het EU-rapport over de rechtsstaat. Een verslag waaruit blijkt dat Hongarije en Polen –niet verrassend– op dit gebied de zwarte schapen van de familie zijn. Daarnaast worden de gemoederen beroerd door de toenemende tijdsdruk om tot een definitief akkoord over het coronaherstelfonds van 750 miljard euro te komen.

Hoewel de 27 EU-leiders na dagenlang getouwtrek in juli tot een overeenkomst over het herstelfonds kwamen, bleef Nederland teleurgesteld over de zwakke koppeling tussen financiële steun en de rechtsstaat. Ook een stel andere westelijke lidstaten én het merendeel van het Europees Parlement deelde de Nederlandse houding – en zonder goedkeuring van de volksvertegenwoordiging kan het hele feestje niet doorgaan.

Om ervoor te zorgen dat iedereen uiteindelijk toch netjes een figuurlijke handtekening onder het akkoord zet, kwam Duitsland maandag met een compromis. Daarin worden volgens critici de rechtsstaatvoorwaarden verder afgezwakt, door onder meer de definitie van wat onacceptabel is verder te beperken. Ondertussen is echter duidelijk dat zowel Nederland als Hongarije en Polen deze tussenoplossing naast zich neerlegt.

Hongarije laat weten het Duitse voorstel onacceptabel te vinden, omdat het een „snelle en effectieve actie in gevaar brengt.” Het herstelfonds van miljarden euro’s moet volgens de Hongaren juist zo snel mogelijk beschikbaar zijn. Brussel moet niet opnieuw de voorwaarden aan de rechtsstaat aan de orde stellen, klinkt het vanuit Boedapest.

Nederland heeft een tegengestelde reactie. De rechtsstaatvoorwaarden aan EU-fondsen „moeten echt strakker”, zei Rutte donderdag. De noodzaak om bij volgende onderhandelingen bij dat standpunt te blijven, is woensdag duidelijk geworden. Het waarborgen van democratische waarden moet een van de prioriteiten zijn en zeker geen onderhandelingstroef, iets waar Orban Rutte wel van beticht.

Den Haag stelde woensdag na de publicatie van het EU-rapport dat „de rechtsstaat de hoeksteen van de Europese samenwerking is, waar niet over kan worden onderhandeld.” Laat het niet bij deze mooie woorden blijven, maar ook bij daden op het moment dat er opnieuw over het miljardenpakket wordt gediscussieerd en Nederland lekkere financiële snoepjes worden voorgehouden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer