Historisch akkoord rebellengroepen Sudan met overgangsregering
De Sudanese overgangsregering heeft een belangrijke vredesovereenkomst gesloten met rebellengroepen uit de westelijke regio Darfur en twee zuidelijke staten.
Vrede is in de recente geschiedenis van Sudan een schaars artikel gebleken. Sinds de onafhankelijkheid in 1956 is het feitelijk nooit rustig geweest in het land. Dat maakt het verdrag van maandag zonder meer bijzonder.
Al bij verkiezingen in 1954, vóór de onafhankelijkheid, was duidelijk welke koers het Arabisch-georiënteerde noorden wilde gaan varen. De in 2008 overleden Amerikaanse historicus Robert O. Collins citeert in zijn geschiedenis van Sudan een zakenman uit de zuidelijke stad Gogrial (nu Zuid-Sudan) die na deze verkiezingen verzuchtte: „Goed, het lijkt erop dat onze noordelijke landgenoten ons voor nog honderd jaar willen koloniseren.”
Arabisering
In het zuiden is decennialange strijd geleverd met het regime in Khartoem, die uitliep op de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan in 2011. In de westelijke regio Darfur namen rebellengroepen in 2003 de wapens op tegen de autoriteiten, uit onvrede met een politiek van „Arabisering”, harde repressie en stelselmatige achterstelling. Dat was bepaald geen spontane opstand, maar de culminatie van een al decennialang conflict. Een grote rol speelde daarin ook de zeggenschap over een belangrijk bassin van het Tsjaadmeer.
De opstand in Darfur zou uiteindelijk aan 300.000 mensen het leven kosten, terwijl een veelvoud op de vlucht sloeg. De gewezen president van Sudan, Omar al-Bashir, is om zijn keiharde optreden in de regio door het Internationaal Strafhof gedaagd voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Lange tijd leek de aanklacht zonder gevolgen te blijven, maar sinds Bashirs verdrijving in april 2019 zijn de kaarten anders geschud. Het nu zittende overgangsregime heeft in februari aangegeven hem daadwerkelijk te willen uitleveren.
Het verdrag van maandag is een belangrijke mijlpaal in de beëindiging van deze decennialange conflicten in Sudan. Het verdrag is niet alleen gesloten met rebellengroepen uit Darfur, maar ook met groepen uit de staten Zuid-Kordofan en Blue Nile. Het conflict in die staten is een gevolg van diverse onopgeloste kwesties na de onafhankelijkheid van Zuid-Sudan. Veel van de inwoners van de staten voelen zich Zuid-Sudanees, maar de gebieden vallen onder Sudan.
Echte overgang
Het akkoord treft regelingen rond veiligheid, landbezit, machtsdeling en berechting en is een overwinning voor de overgangsregering. „We zijn begonnen met de echte overgang van een dictatuur naar democratie”, jubelde de Sudanese minister van Informatie, Faisal Mohammed Salih, maandag. Hij was tegelijk realistisch genoeg om aan te geven dat er nog de nodige hobbels genomen moeten worden. Een probleem is dat twee belangrijke rebellengroepen vooralsnog weigeren aan te haken, één uit Darfur en één uit Zuid-Kordofan en Blue Nile. Het verdrag is daarom nog niet officieel ondertekend, maar gesigneerd. Het idee is dat die milities zo nog de kans hebben alsnog aan te haken.