Slachtoffers seksueel misbruik Jehovah’s Getuigen krijgen eigen meldpunt
Slachtoffers van seksueel misbruik binnen de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen kunnen binnenkort terecht bij een speciaal meldpunt.
Dat blijkt uit een brief die minister Dekker van Rechtsbescherming donderdag naar de Tweede Kamer stuurde. De minister gaat daarvoor het meldpunt ”Verbreek de stilte” van Slachtofferhulp Nederland versterken. Het meldpunt, in het leven geroepen na een rapport over misbruik in de jeugdzorg, wordt daartoe uitgebreid met „specifieke expertise over gesloten gemeenschappen.”
Ook gaat de minister de stichting Reclaimed Voices, die zich inzet voor slachtoffers van seksueel misbruik bij de Jehovah’s Getuigen, geld geven om hun werkzaamheden te kunnen voorzetten.
Verder meldt minister Dekker dat hij bezig is met een nieuwe wettelijke regeling waardoor bestuurders verplicht worden seksueel misbruik binnen hun gemeenschap of organisatie te melden; wie niet voldoet aan deze meldplicht, moet strafbaar gesteld worden, aldus de minister.
De brief van Dekker volgt op gesprekken die de minister dit voorjaar voerde met vertegenwoordigers van de Jehovah’s Getuigen. Aanleiding waren de uitkomsten van een rapport van onderzoekers van de Universiteit Utrecht, die in opdracht van de minister onderzoek deden naar seksueel misbruik binnen de gemeenschap van de Jehovah’s Getuigen. Daaruit bleek onder andere dat misbruik door bestuurders van de gemeenschap stil wordt gehouden en dat melding van dergelijke misdrijven wordt afgeraden.
De Jehovah’s Getuigen ontkenden echter de uitkomsten van het onderzoek en probeerden voor de rechter de publicatie van het rapport te voorkomen. In zijn laatste gesprek met de Jehovah’s Getuigen heeft Dekker de gemeenschap gevraagd zelf verantwoordelijkheid te nemen en op korte termijn een intern meldpunt in te richten waar slachtoffers zich op een laagdrempelige manier kunnen melden en waar ze worden ondersteund om de weg naar professionele hulpverlening te vinden.
De Jehovah’s Getuigen vinden zo’n meldpunt echter „voorbarig”, aldus een teleurgestelde minister. „Ik vind het onbegrijpelijk dat het bestuur zich zo opstelt en het maakt mij duidelijk dat zij de ernst van de situatie niet inzien of willen inzien.” Volgens de minister laat het bestuur met zijn opstelling „kwetsbare slachtoffers in de kou staan” en wordt het hun bemoeilijkt de weg naar justitie en officiële hulpinstanties te vinden. „Dit vind ik kwalijk en neem ik hoog op. Ik moet dan ook de conclusie trekken dat het nu aan mij is om verdere actie te ondernemen”, aldus Dekker in zijn brief.
Kerken
In het tv-programma ”Op1” verwees de minister donderdagavond naar de Rooms-Katholieke Kerk, die een aantal jaar geleden zelf actie heeft ondernomen om een meldpunt voor slachtoffers van seksueel misbruik in te richten. „Als er slachtoffers zijn die meldingen doen en signalen afgeven, ligt het volgens mij op je pad dat je daar zelf wat aan doet”, aldus Dekker.
Ook andere kerken hebben de achterliggende jaren een meldpunt ingericht. Bij het Meldpunt Seksueel Misbruik in Kerkelijke Relaties zijn onder andere de Hersteld Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerken aangesloten. De generale synode van de Gereformeerde Gemeenten besloot in januari dat er een eigen meldpunt voor seksueel misbruik in kerkelijke relaties komt.