Politiemensen hebben recht op eerlijk oordeel
Politiemensen worden met regelmaat weggezet als ordinaire geweldsplegers. Vaak op basis van ‘verknipte’ filmpjes op sociale media. Politiemensen hebben recht op vertrouwen totdat uit onderzoek het tegendeel blijkt.
Stel je voor. Je verlaat op Vaderdag vrouw en kinderen om er als politieman of -vrouw voor te zorgen dat de demonstratie in Den Haag tegen de coronamaatregelen goed verloopt. Door de komst van een groot aantal hooligans ontaardt de demonstratie. De raddraaiers zoeken bewust de confrontatie en je wordt bekogeld met vuurwerk en met stenen. Alleen door krachtdadig ingrijpen kunnen de openbare orde en veiligheid in de stad worden hersteld. Nog voor je thuis bent, circuleren op sociale media en internet filmpjes waarin wordt gesuggereerd dat argeloze en onschuldige burgers de dupe zijn van bruut politie-optreden.
Dit was de werkelijkheid afgelopen zondag voor honderden mannen en vrouwen in het blauw. Dat ze op Vaderdag aan de slag gaan, is geen verdienste op zich. Dat hoort bij hun vak. Dat ze af en toe geconfronteerd worden met geweld, is ook een feit. Het went nooit en we moeten het vooral nooit normaal gaan vinden, maar het is wel een gegeven. Politiemensen zijn getraind om moeilijke situaties te beheersen en pas geweld toe te passen als het niet anders kan. Hun mond is nog steeds hun voornaamste wapen, maar soms volstaan woorden niet en mogen zij geweld toepassen om de samenleving te beschermen voor erger.
Aan de schandpaal
Wat nooit went, is dat zij vervolgens publiekelijk aan de schandpaal genageld worden omdat bepaalde lieden filmpjes publiceren die de werkelijkheid geen recht doen. De filmpjes laten slechts een deel zien van wat is gebeurd of worden zo gemonteerd dat de waarheid wordt verdraaid. Er wordt een beeld neergezet dat op geen enkele manier strookt met de realiteit. Het doel: politiemensen in diskrediet brengen, het werk van de politie bemoeilijken.
Want dat is wat er gebeurd. Politiemensen moeten zich in hun omgeving verantwoorden voor de beelden. Op straat worden zij geconfronteerd met opmerkingen over de filmpjes. De politie als organisatie zit ook in de verdachtenbank. Lokale en landelijke politiek eisen opheldering. De media smullen ervan.
Politiemensen hebben het gevoel dat zij op deze manier worden weggezet als ordinaire geweldsplegers. Met telkens hetzelfde scenario: er is een relletje met veel publiciteit, de zaak wordt onderzocht en blijkt toch iets anders te liggen. De publiciteit over deze afloop is beperkt. Goed nieuws is geen nieuws.
Hoge verwachtingen
Wij realiseren ons als belangenvereniging maar al te goed dat sociale media een gegeven zijn en wij niet kunnen voorkomen dat er filmpjes gemaakt worden. Van de makers en ‘verknippers’ van deze filmpjes verwachten wij niets. Wel hebben we hoge verwachtingen van de media, de overheid en de politiek. Als politiebond verwachten wij dat zij politiemensen eerlijk en recht door zee behandelen. Journalisten worden betaald om kritisch en objectief het nieuws te beschouwen. Dat wil zeggen: niet meehuilen met de wolven in het bos, maar onderzoeken hoe het echt zit. Het geweldsmonopolie van de overheid is belegd bij politie en krijgsmacht. En bij zo’n monopolie hoort een kritische blik. Maar wel een eerlijke blik. Controleer, check, dubbelcheck, doe je ding.
De overheid stuurt politiemensen op pad om de hete kolen uit het vuur te halen. Soms letterlijk om de klappen op te vangen. Dan mogen diezelfde politiemensen wat ons betreft ook rekenen ook een eerlijk oordeel op basis van de feiten. Niet meteen op hoge toon verantwoording eisen, niet reageren vanuit wantrouwen. Politiemensen hebben recht op vertrouwen totdat uit onderzoek het tegendeel blijkt.
Op het Malieveld kwamen mogelijk ook vredelievende demonstranten klem te zitten. Dat is – hoe hard dat ook klinkt – ook aan henzelf te danken. Iedereen kon zien dat beide groepen door elkaar liepen. En als de politie vordert dat iedereen zich moet verwijderen, dan moet dat ook gebeuren. Het is dan niet zo dat iedere aanwezige voor zichzelf de afweging kan maken of hij wel of niet blijft staan. Zo’n rij ME’ers kan geen onderscheid maken tussen ‘gewone demonstranten’ en ‘hooligans’. Als je blijft staan, dan krijg je te maken met geweld.
Floyd
Het politieoptreden in de VS met als gevolg het tragisch overlijden van George Floyd heeft ook invloed op het werk van de politie in ons land. Bij het minste of geringste krijgen politiemensen te horen dat zij discrimineren of racisten zijn. Dat maakt het aanspreken van burgers er niet makkelijker op. De toon is in zo’n gesprek al gauw gezet. En natuurlijk gaat er bij de politie echt wel eens wat fout. De politie is met 65.000 medewerkers de grootste werkgever van Nederland en in die hele grote mand zitten zonder twijfel ook een paar rotte appels. Belangrijk is echter wat het korps doet met die rotte appels. Als politiebond zijn wij daar heel duidelijk over: discriminatie en racisme horen niet bij de politie. Nu niet, straks niet, nooit niet.
De auteur is voorzitter van Politiebond ANPV.