Versoepeling is voor de verpleeghuizen nog een te groot woord
De kappers zijn weer aan de slag, fysiotherapeuten steken de armen uit de mouwen, kinderen zijn terug in de schoolbanken. Nu gaan in de restaurants de pannen op het vuur en terrasjes worden weer gepakt, stranden en winkelstraten lopen weer vol, de files zijn terug, de stilte is weg en er wordt zelfs weer gedemonstreerd. Met een zeker gevoel van opluchting is ‘Nederland’ nu bezig zijn vakanties te plannen. B&B’s kunnen het aantal reserveringen nauwelijks aan, reisbureaus hebben het ouderwets druk. Nog tien dagen, dan gaan de slagbomen open en ligt het buitenland binnen bereik. In rap tempo herneemt het leven zijn ‘gewone’ gang.
Maar binnen de verpleeghuizen is het nog erg stil. Op 15 maart gingen de instellingen op slot voor alle bezoek, om het coronavirus buiten de deur te houden. Een heftige maatregel die eigenlijk niet meer is vol te houden, zegt minister De Jonge nu. Daarom is vervroegde versoepeling aangekondigd. Dat lijkt een grote stap voorwaarts. Het gaat echter om een heel beperkte speelruimte, waarvoor veel verpleeghuizen nog niet eens klaar zijn. Wat is één bezoek van één persoon per week van één uur, met onderlinge afstand of zelfs een scherm tussen cliënt en bezoeker? Geen aanraking, geen aai, geen fluister, geen knuffel tussen man en vrouw, tussen moeder en kind.
Wie begrijpt een 86-jarige man die zijn dementerende vrouw bijna drie maanden niet heeft gezien en slechts af en toe via de telefoon met haar kon spreken? Terwijl ze beiden hunkeren naar onderling contact.
Wie voelt enigszins het verdriet aan van een oud echtpaar dat een zoon van 40 jaar verliest? De jongeman woont in een verpleeghuis en sterft plotseling aan een hartstilstand. Bijna drie maanden hebben zij hem niet gezien, nu krijgen ze hem thuis. Zijn persoonlijke bezittingen volgen; in dozen en plastic zakken.
Het zijn slechts twee voorbeelden die aangeven hoe ingrijpend het bezoekverbod in de verpleeghuizen is. Met hoeveel menselijk leed het gepaard gaat. Voor zowel cliënten als omringende geliefden, meestal familie. Deze pijn gaat de menselijke maat te boven. En staat in schril contrast met het versoepelde leven buiten het verpleeghuis.
Het is in dat licht te begrijpen dat twee medisch specialisten uit Twente –hartchirug Jan Grandjean en anesthesioloog Alaattin Ozdemire– aan de bel trekken. Zij pleiten voor een verdere opening van de verpleeghuizen. Want binnen ‘opsluiten’ van zorgcliënten maakt hen juist kwetsbaarder en kan bovendien de kwaliteit van leven in de laatste levensfase ernstig verminderen. Winst en verlies van levenskwaliteit moeten tegenover elkaar worden afgewogen.
Natuurlijk zijn de coronamaatregelen goed te begrijpen, vanzelfsprekend is grote voorzichtigheid geboden bij het vieren van de teugels, ook in de verpleeghuizen. Maar wordt de prijs daar nu, in de huidige omstandigheden, niet te hoog?