Bouwen en logeren op Kasteel Doornenburg
Volgens liefhebbers is het een van de fraaiste burchten van ons land. Toch krijgt het Gelderse kasteel Doornenburg op dit moment een flinke en toekomstgerichte onderhoudsbeurt.
Vaklui lopen af en aan. Boren, kloppen en zagen maakt duidelijk dat er hard wordt gewerkt op en aan de voorburcht van kasteel Doornenburg in het gelijknamige dorp. Tot zeker september blijft dat zo, vertelt manager Maaike Kool, de enige betaalde kracht die De Doornenburg kent. Geprobeerd wordt om in ieder geval de overlast voor het publiek zoveel mogelijk te beperken en de bouwwerkzaamheden achter met historische taferelen bedrukte doeken te laten plaatsvinden.
De geschiedenis van het verdedigingswerk in de oksel van Rijn en Waal dateert al van de negende eeuw, toen gesproken werd van Doronburc. Nadat de laatste bewoonster halverwege de 19e eeuw overleed, raakte het kasteel in verval. Dankzij textielbaron J. H. van Heek, die de burcht aankocht, volgde in 1936 een restauratie. Tot groot plezier van de Duitse bezetter, die er na 1941 een hoofdkwartier van maakte. Met als gevolg dat de geallieerden het bolwerk in 1945 naar de Middeleeuwen terugbombardeerden. Alleen de kapel bleef gespaard. Na de oorlog kon Van Heek opnieuw beginnen. Vanaf louter puinhopen werd het kasteel tussen 1947 en 1966 in oude luister hersteld.
Het is de enorme voorburcht, door een gracht gescheiden van het hoofdgebouw, dat Doornenburg zijn imposante uiterlijk geeft. Een nog bedrijvige boerderij binnen de muren maakte het kasteel zelfs tot een uniek Rijksmonument. De enige landbouwactiviteit nu zijn in de zomerperiode grazende lakenvelders op het weiland buiten de gracht.
Binnen de muren worden diverse gebouwen op de voorburcht aangepakt, met mede als doel om de toeristische trekpleister aantrekkelijker te maken voor doorsnee bezoekers, evenementen, bruiloften en zakelijke bijeenkomsten. Het aantal gasten, alles meegerekend, ligt nu op 20.000. Daar kan nog wel wat bij, denkt Kool, maar tot aan een bepaalde grens. „Het moet voor onze vrijwilligers -die onder andere de rondleidingen doen- wel te behappen zijn. We zijn maar drie dagen in de week open. Meer evenementen is dan lastig, maar in de verhuur voor projecten, feesten en zakelijke bijeenkomsten zit nog wel ruimte.”
De voormalige boerderij gaat als eerste op de schop. „Daarin komt een publieksruimte, evenals vergader- en ontmoetingsplekken voor de vrijwilligers. Over de nieuwe inrichting van deze toren en het poortgebouw denken we nog na. Een andere ingrijpende aanpassing is de zolder boven de huidige herberg, waar het echtpaar Ans en Toon de scepter zwaait. Daar komen vijf kamers voor B&B-gasten die in één dag nog niet uitgekeken zijn op het kasteel en de omgeving.”
Na deze aanpassingen staat eigenaar Stichting tot Behoud van den Doornenburg voor een nieuwe uitdaging, hoewel minder ingrijpend: het groot onderhoud van de hoofdburcht. De glas-in-loodramen moeten gerestaureerd worden, het metselwerk hersteld en alle luiken ondergaan een verfbeurt. Beide toegangsbruggen krijgen nieuw houtwerk en voor de bekende Floriszolder staat een flinke opknapbeurt gepland. Al met al een investering van zeker 1 miljoen euro, opgehoest vanuit de overkoepelende Van Heek Stichting en enkele andere subsidianten. Eind dit jaar moet het hernieuwde familiekasteel dan toekomstbestendig zijn.