Vrij man, maar de mensen blijven wijzen
Het gat waarin ex-gevangenen na hun vrijlating soms vallen, is groot. In een nette reformatorische omgeving misschien nog wel groter, is de ervaring van Oeno Norder uit Ede. Zelfs als je op alle punten van de aanklacht voor honderd procent bent vrijgesproken. „Een schadevergoeding is dan niet zo belangrijk, het gaat om de vraag of er dan opvang voor je is. Je hebt niets.”
Het Nederlandse opsporingsbeleid is onmiskenbaar harder geworden. Dat heeft een keerzijde: het betekent meer aanhoudingen en dus ook relatief meer mensen die onterecht worden opgepakt. Minister Donner van Justitie heeft dat voorzien. Hij verwacht dit jaar 10 procent meer schadeloosstelling te moeten betalen aan mensen die ten onrechte gevangen hebben gezeten. Dat werd gisteren bekend uit de beantwoording van kamervragen.
„Ik heb liever dat er meer geld geïnvesteerd wordt in nazorg en opvang voor ex-gedetineerden”, zegt Oeno Norder met overtuiging. „Aan een zak met geld heb je niet zoveel als je uit de gevangenis komt.” De 34-jarige Edenaar zat vorig jaar ruim drie maanden vast. De aanklacht was niet gering: poging tot moord op zijn vriendin. Volkomen onterecht, oordeelde het hof in Arnhem. Norder werd op alle punten van de aanklacht vrijgesproken. Hij ontving een schadeloosstelling van 70 euro voor iedere dag dat hij in het huis van bewaring had gezeten. „Maar daar had ik mijn baan niet mee terug. En erger nog: de mensen bleven wijzen. Want ja, waar rook is, daar moet ook wel vuur zijn.”
Het verhaal van Norder, lid van een van de reformatorische kerken in Ede, is schrijnend. Op 14 februari vorig jaar -Valentijnsdag- reed de Edenaar met zijn vriendin richting Apeldoorn. De twee hadden toen ruim drie jaar verkering, de trouwdag lag in het verschiet; de predikant was al geregeld. Toch lagen er nog onopgeloste problemen, die regelmatig voor heftige ruzies zorgden. ’s Avonds in de auto escaleerde de situatie: toen zijn vriendin uit wilde stappen en Norder dat niet toeliet omdat de auto reed, trok de vriendin aan de handrem. De wagen van de twee kwam daarop tot stilstand tegen een lantaarnpaal.
„Ik had haar gewoon uit moeten laten stappen”, zegt Norder nu. „Maar ik was moe en al die ruzies zat.” De gevolgen waren groot: Norder werd verdacht van poging tot moord op zijn vriendin en werd vastgezet in het Edese politiebureau. De vriendin raakte overigens, evenals Norder zelf, slechts lichtgewond.
Als de Edenaar het verhaal weer uit de doeken doet, is hij geëmotioneerd. „Ik heb ontzettend veel van het meisje gehouden, en zij van mij. Maar het ging gewoon niet.” De aanklacht voor poging tot moord kwam voor de Edenaar als een klap. Het openbaar ministerie begon een diepgravend onderzoek. „En als die hun klauwen ergens in zetten, laten ze niet meer los.”
Norder verhuisde van de politiecel naar het huis van bewaring Zuid in Arnhem, ”BlueBand”, zoals gedetineerden zeggen. Na drie maanden, de maximale termijn, kwam zijn zaak voor de rechter. De meervoudige strafkamer was duidelijk in zijn oordeel: Norder trof geen blaam. „Ik was nog geen halfuur binnen of de rechter zei: „Jongen, wat doe je hier. Pak je tas en ga toch weg. Je bent een vrij man. Het is onvoorstelbaar wat een last er toen van mijn schouders viel.”
Het vonnis en tal van justitiële papieren bevestigen het verhaal van Norder. Ieder onderzoek en iedere getuigenverklaring -verschillende mensen hadden het ongeval gezien- stelde hem in het gelijk. Na een civiele procedure tegen de staat ontving Norder een schadevergoeding. Die was lager dan geëist, maar voor de Edenaar was het geldbedrag niet het belangrijkste. „Ik wilde niet verder procederen. Ik kan wel in rancune achterom gaan kijken, maar daar heb ik geen enkele behoefte aan. Ook niet in de richting van mijn ex-vriendin, die nu psychiatrische hulp krijgt”, benadrukt Norder. „Ik sta open voor elk gesprek, maar ik wil wel verder. En zij moet ook door.”
Het gat waarin Norder na zijn vrijlating viel, was groot, zegt hij. „Ik liep vanaf de gevangenis naar het station en kon niet eens nadenken. Ik heb een treinkaartje gekocht en toen begon het piekeren. Probeer dan ’s nachts maar eens te slapen. Donner kan er wel twee of drie of vier op één cel zetten, maar het lost niets op. Integendeel. Je neemt de verschrikkelijke ervaringen uit de gevangenis mee, of je nu wilt of niet. Ziek word je ervan. In de gevangenis ga je dan ook om met zieke mensen, de hele dag.”
Een warme ontvangst thuis zat er niet in. Ondanks de mededeling van zijn vrijspraak vanaf de preekstoel, voelde Norder zich besmet. „Je hebt toch vastgezeten. Mensen wijzen en kijken je na.” Voor Norder vormde het uiteindelijk reden om een ander kerkgenootschap op te zoeken.
Ook zijn baan -als bouwer van liften- raakte hij kwijt. Toen hij tijdens zijn gevangenschap de sleutel van de werkplaats had ingeleverd, ontving hij een brief met exact twee regels. Norder rommelt even tussen de papieren en laat het epistel zien. „Hierbij bevestigen we de ontvangst van de sleutel van de werkplaats. We wensen je veel sterkte in de toekomst.”
Voor Norder was de kille behandeling door zijn omgeving uiteindelijk reden om zich in te gaan zetten voor ex-gedetineerden. „Na mijn vrijlating heb ik tegen mezelf gezegd dat ik deze drama’s voor anderen wil voorkomen. Ik doe nu veel voor de interkerkelijke stichting De Instap, die pastorale nazorg verleent aan ex-gedetineerden in Arnhem. Op zondag ben ik vaak aanwezig bij de kerkdiensten die daar gehouden worden. Dan praat ik met de gedetineerden. Niet over de reden van hun opsluiting, maar over hoe het gaat. Dat hebben die mensen echt nodig.”
Norder roemt het werk van hulpverleners die hem weer op weg hielpen. „Neem nou Eleos. Die medewerkers kunnen zoveel goed maken dat kapot was. Het zou veel beter zijn als Donner zulke instellingen extra geld geeft. Want aan innerlijke vrede en rust heb je veel en veel meer dan aan welke schadeloosstelling dan ook.”