Onzekerheid over je pensioen gaat niet meer over
Het blijft spannend rond de pensioenen: nieuwe regels of misschien toch kortingen? Ondertussen floreert de economie en worden de fondsen steeds rijker. Niet vreemd dat er onbegrip bestaat.
Er is in 2019 veel te doen geweest op dit terrein. Dit jaar zal dat niet anders zijn. Er ligt sinds vorige zomer op hoofdlijnen een akkoord tussen kabinet en sociale partners over een stelselherziening, maar de uitwerking vereist nadere onderhandelingen en niemand weet of die tot resultaat leiden.
De dreiging van kortingen hing de afgelopen maanden voortdurend boven de markt. Telkens weer verontrustende cijfers over de dekkingsgraden, de buffers van de fondsen. Minister Wouter Koolmees bracht uitkomst. Hij besloot uiteindelijk uitstel te verlenen voor, volgens de gangbare spelregels, noodzakelijke verlagingen van de uitkeringen.
Als het aan de overlegtafel niet lukt verdere afspraken te maken, weet hij zich eind dit jaar andermaal geplaatst voor de afweging van wel of niet korten. Daarbij een kanttekening ter geruststelling van ouderen: dan komen de verkiezingen voor de Tweede Kamer van maart 2021 eraan en zal het kabinet een impopulaire maatregel waarschijnlijk niet aandurven. Hoe dan ook, voorlopig duurt de onzekerheid voort. Indexatie, aanpassing aan de prijsstijging, daar hebben we het al helemaal niet meer over. Dat is al lang uit zicht verdwenen.
Moeten de pensioenen worden versoberd? Menigeen meent van niet. En dat valt best te begrijpen. Als dat tien jaar geleden was gebeurd, hadden mensen de onvermijdelijkheid ervan wellicht onderkend. Destijds verkeerden we in een zware recessie en dan beseft iedereen dat een stapje terug nodig kan zijn. Maar dat hoefde op dit punt toen juist niet, want de dekkingsgraden lagen nog ruim boven de norm.
Anno 2020 of 2021 elke maand iets minder ontvangen, die boodschap is lastiger te verkopen. We hebben enkele jaren van flinke economische voorspoed achter de rug. De koersen in de AEX gingen in de voorbije twaalf maanden gemiddeld met bijna 25 procent omhoog, een schitterend rendement voor beleggers. Daar profiteerden ook de pensioenfondsen via hun aandelenportefeuilles van. Het vermogen van die instellingen is sinds de crisis ongeveer verdubbeld. Er zit vandaag de dag maar liefst circa 1500 miljard euro in de gezamenlijke pot.
Jammer dat de (reken)rente roet in het eten gooit; met verwijzing naar het uitzonderlijke beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Bij extreem lage tarieven zoals die van dit moment zullen de ingelegde premies in de toekomst minder groeien en dus hebben de fondsen forsere reserves nodig om tot in lengte van jaren aan hun betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Laat niemand verwachten dat het binnenkort beter wordt. De rente zal nog heel lang heel laag zijn. En onzekerheid, daar moeten we maar aan wennen, want die blijft. In het beoogde nieuwe stelsel is er niet opeens meer geld in kas. De hoogte van de uitkering zal straks meebewegen met de economie: bij gunstig tij eerder verhogen, bij tegenslag sneller verlagen. Dat sluit overigens wel beter aan bij de belevingswereld van de burger.
Garanties worden niet langer verstrekt. Er zijn in het verleden te veel beloftes gedaan die later onhoudbaar bleken. Het was ooit zo mooi: je pensioen, geen zorgen erover, waardevast. Maar die tijd is definitief voorbij.