Rutte ziet weinig in sociale media, de ChristenUnie wel
Premier Rutte heeft het niet zo op de sociale media, zo liet hij in een interview weten. De ChristenUnie zet juist vol in op moderne media en benoemde een beeldvoerder.
„Och, de beste man heeft een oude Saab en een Nokia, dus…” PVV-Kamerlid Lilian Helder neemt de beweringen van premier Rutte dat de tijd van de sociale media, zoals Twitter en Facebook „een beetje voorbij zijn”, niet al te serieus.
De premier maakte zijn punt vrijdag in een interview ter gelegenheid van het feit dat de wekelijkse persconferentie van de premier na afloop van het wekelijkse kabinetsberaad van vrijdag die dag precies 50 jaar bestond. Premier De Jong startte in 1970 met het mediamoment omdat hij na het kabinetsberaad op vrijdagavond niet steeds door journalisten gebeld wilde worden.
Rutte is dus zeker niet van plan om de persconferentie in te ruilen voor een statement op Twitter of iets dergelijks. De premier gelooft meer in massamedia zoals tv-programma’s: „Daarmee kun je miljoenen mensen bereiken over wat er in de politiek speelt.”
Dat is natuurlijk mooi, maar wat is de praktijk in het Haagse, ook onder politici? Precies, die zitten tijdens debatten heel vaak op hun telefoon te turen om al die sociale media te checken en zichzelf daar te presenteren. Kamervoorzitter Arib vertelde vorige week dat de belangrijkste ergernis van burgers die debatten volgen, is, dat politici voortdurend op hun telefoon staren.
De premier heeft dus nog wat zendingswerk te verrichten op het Binnenhof.
Beeldvoerder
Premier Rutte zal ook nog langs de ChristenUnie moeten. Die heeft sinds deze maand namelijk een beeldvoerder in dienst, Jeroen Marcus. Een beeldvoerder zorgt ervoor dat de partij zich zo goed mogelijk presenteert op de sociale media.
GroenLinks heeft al jaren zo iemand op de loonlijst. En gezien de verkiezingsuitslagen van de laatste jaren, legt dat de partij geen windeieren.
De fractieleden van DENK zijn hun eigen beeldvoerders. Ze zijn inmiddels berucht vanwege filmpjes die ze op Twitter plaatsten en waarin ze op zijn zachtst gezegd nogal selectief zijn in het delen van beeldmateriaal.
Gelukkig dat er de klassieke media zijn, waaronder kranten, om daar de kritische vinger bij te leggen.