Meer steun voor Bush van Afro-Amerikanen dan in 2000
De minderheden zullen de komende Amerikaanse verkiezingen beslissen. Dat staat volgens tal van politieke analisten vast, maar met die vaststelling kom je als eenvoudige waarnemer niet veel verder. Er zijn namelijk zoveel minderheden, dus welke groep zal op 2 november de doorslag geven?
De Afro-Amerikanen oftewel de zwarte kiezers, de Latino’s, de Joden of de moslims, de veteranen, de gepensioneerden of de nieuwe jonge kiezers of Amerika’s oorspronkelijke bewoners, de indianen, die gewoonlijk door de kandidaten over het hoofd worden gezien? „Je kunt daar nog allerlei groepen aan toevoegen en aangezien het op 2 november volgens de verwachtingen een nek-aan-nekrace wordt, kan elke groep achteraf claimen de doorslag gegeven te hebben”, aldus Andrew Kohut, directeur van het Pew Research Center in Washington.
Hij wijst erop dat je het belang van minderheden als beslissende factor niet los kunt zien van de zogeheten ”swingstaten”, waarvan de uitslag nog onduidelijk is. In Arizona bijvoorbeeld maakt het weinig uit of alle Afro-Amerikanen zich daar achter de Democratische presidentskandidaat senator John Kerry scharen, want Republikeins president George Bush kan daar volgens de opiniepeilingen rekenen op een overweldigende meerderheid. Omgekeerd kunnen minderheden weinig meer veranderen aan de uitslag in de staat New York, waar Kerry een ruime voorsprong heeft op Bush.
Maar in een staat als Florida kunnen minderheden wel degelijk voor de overwinning zorgen, die -zie de geschiedenis in 2000- een van beide kandidaten daarmee de eindoverwinning kan opleveren. Het was daarom niet verwonderlijk dat de regering-Bush een halfjaar geleden de reismogelijkheden voor Amerikanen naar Cuba nieuwe beperkingen oplegde. Officieel ging het Washington erom het toerisme te beperken, om zo het dollarinkomen van het communistische regime van dictator Castro te beperken. In werkelijkheid ging het om de stemmen van de grote gemeenschap Cubaanse vluchtelingen in Florida, die fel anti-Castro zijn.
Deze groep kiezers steunde Bush in overweldigende meerderheid in 2000 en lijkt ook ditmaal weer achter de president te staan. Volgens politiek onderzoeker Sergio Bendixen staan de ex-Cubanen in Florida iets positiever tegenover Kerry dan in 2000 tegenover Democratisch kandidaat Al Gore, maar als Kerry een vijfde van de Cubaanse stemmen krijgt, zou dat volgens waarnemers al een wonder zijn. Niet verwonderlijk dat de Democraten zich in Florida daarom voornamelijk concentreren op de zwarte kiezers, die traditiegetrouw in ruime meerderheid Democratisch stemmen.
Maar ook hier blijken traditionele zekerheden minder zeker. Uit een recent onderzoek van het Joint Center for Political and Economic Studies blijkt dat Bush nu op meer steun onder zwarte kiezers kan rekenen dan in 2000. Volgens het onderzoek is 18 procent van de Afro-Amerikanen van plan om Republikeins te stemmen tegenover 69 procent Democratisch. In 2000 kreeg Bush 9 procent van de zwarte stemmen tegenover 74 procent voor Al Gore. „Toegegeven, dit is een kleine verschuiving, maar zulke verschuivingen kunnen duiden op een trend waarmee politieke partijen voor de komende jaren rekening moeten houden”, aldus politiek analist Cal Thomas van het Cato Research Instituut in Washington. Hij wijst erop dat veel zwarte burgers, ook al zijn zij als kiezer geregistreerd, vaak niet gaan stemmen. Dat is nadelig voor Kerry.
Het omgekeerde geldt voor president Bush, die de overweldigende steun geniet van de Amish-gemeenschap (mennonieten). Probleem is hier dat hooguit 10 procent van de Amish-kiezers stemt. Terwijl dat elders in de wereld precies tegenovergesteld is, is in de VS een merkwaardige eensgezindheid te constateren tussen de Joden en de moslims. Beide groepen staan in ruime meerderheid achter senator Kerry. Maar ook hier zijn kleine verschuivingen. Bush kreeg vier jaar geleden 19 procent van de Joodse stemmen, terwijl hij nu volgens de peilingen kan rekenen op 24 procent tegenover 69 procent voor Kerry.
De steun voor Kerry is lager onder moslims. Van hen steunt 24 procent Bush tegenover 51 procent voor Kerry. „Het is niet verwonderlijk dat Kerry minder steun geniet onder de moslims dan onder de Joden. Kerry’s familie was oorspronkelijk joods en veel moslims denken dat hij daarom als president waarschijnlijk even onvoorwaardelijk achter Israël zal staan als president Bush in de afgelopen vier jaar”, aldus Thomas, die erop wijst dat Bush en Kerry bij al hun electorale rekensommen de meerderheden niet mogen vergeten.
Volgens een recente peiling zou de steun voor Kerry toenemen onder vrouwen, die hem met 48 procent prefereren boven Bush, die in een recent onderzoek van CBS-News 43 procent kreeg. Maar volgens sommige onderzoekers kan men niet alle vrouwen over één kam scheren. Democratisch onderzoekster Celinda Lake is ervan overtuigd dat vrouwen -meer dan mannen- pas in het stemhokje beslissen wie hun voorkeur krijgt. Dat is volgens haar gunstig voor Kerry. Die mening wordt niet gedeeld door haar Republikeinse collega Lori Weigel. Veel vrouwelijke laatbeslissers wonen volgens haar in Amerika’s voorsteden, waar de voorkeur uitgaat naar Bush.
Onder mannen geniet de president een grotere populariteit dan Kerry. Dat was eerder deze week reden voor de Democratische uitdager om in Ohio te gaan jagen op ganzen. Beelden van hem in camouflagepak met een jachtgeweer onder de arm moesten weifelende mannelijke kiezers overtuigen van Kerry’s macho-imago. Of zulke acties helpen om de uitslag te beïnvloeden? Het is waarschijnlijk het beste om het advies van Andrew Kohut ter harte te nemen. „Er spelen veel onzekerheden mee bij deze verkiezingen en de uitslag van de meeste opiniepeilingen vallen binnen hun foutmarges. Daarom is het verstandiger om de uitslag maar gewoon af te wachten. Achteraf kunnen alle ’deskundigen’ dan wel verklaren waarom Bush of Kerry heeft gewonnen. Om je nu aan een voorspelling te wagen is niet verantwoord.”