Vooral jonge en hoogopgeleide Russen willen emigreren
Bijna 20 procent van de bevolking van de Russische Federatie zou het land willen verlaten. Vaak om politieke en economische redenen.
Op grond van een opiniepeiling kwam de Gallup-organisatie eerder dit jaar met deze conclusie. Het gerespecteerde Levada Centrum in Moskou kwam met vergelijkbare resultaten, na een peiling in 52 Russische regio’s.
In 2017, het laatste jaar waarover officiële cijfers bekend zijn, verlieten 377.000 Russen hun land. Volgens onafhankelijke Russische publicaties is het werkelijke aantal landverlaters echter zesmaal hoger. In de officiële statistieken worden namelijk alleen personen als emigrant aangemerkt die in Rusland uit het bevolkingsregister zijn uitgeschreven. De meesten doen dat echter niet. Zo kwamen volgens cijfers van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid in 2017 zesmaal meer Russen in de Verenigde Staten aan als immigrant dan het Russische Statistische Bureau als vertrekkers had genoteerd. De wens om te vertrekken is het grootst bij jongeren en hoogopgeleiden.
44 procent van de 15- tot 29-jarigen wil weg. De naar Estland geëmigreerde journalist Artom Troitsky stelt met leedwezen vast dat degenen die weg willen vaak goedopgeleide specialisten zijn.
Momenteel wonen 2,7 miljoen Russen buiten hun geboorteland. Daarmee is Rusland volgens de Verenigde Naties het land dat, na India en Mexico, het grootste aantal landgenoten buiten de nationale grenzen heeft wonen.
De afgelopen vijf jaar is het aantal Russen die willen vertrekken verdrievoudigd. In 2014 bedroeg het percentage nog 7. De snelle stijging sinds dat jaar is direct gerelateerd aan de politieke en economische situatie in Rusland.
„Dood spoor”
De Russische Presidentiële Academie van Nationale Economie en Openbaar Bestuur deed vorig jaar onderzoek onder Russen die hun land hadden verlaten. Een kwart was vertrokken om politieke redenen. Men was bijvoorbeeld teleurgesteld over de gemanipuleerde presidentsverkiezingen van 2012, waardoor Vladimir Poetin weer aan de macht kwam. Ruslands annexatie van de Oekraïense Krim in 2014, gevolgd door militaire agressie in het Oekraïense Donbas, was ook een aanleiding. Deze gebeurtenissen hadden westerse sancties tot gevolg, wat leidde tot onder meer een verslechtering van de economie in Rusland.
In de peiling van het Levada Center worden de volgende redenen voor vertrek gegeven: de betere levenskwaliteit in het buitenland, de onstabiele economische situatie in Rusland, de wens om kinderen een normale toekomst te bieden en het ontbreken van bescherming tegen willekeur door de Russische autoriteiten.
Artom Troitsky omschrijft het in de ”Moscow Times” pakkend: „Het is alsof het land ziek is, gedrenkt in een naargeestig heden, eindeloos zijn bloedige verleden verheerlijkend en elke visie voor de toekomst ontberend.” Het gaat volgens hem om iets veel fundamentelers dan alleen een slechte economische situatie en politieke beperkingen: er heerst een „ongrijpbaar en toch toenemend onderdrukkend gevoel van hopeloosheid: het gevoel dat Rusland op een dood spoor zit.”
Zwarte lijst
Vanwege zijn politieke overtuiging, die geheel inging tegen de „militaristische en hyper-patriottische propaganda die Rusland in 2014 land overspoelde”, kwam Troitsky op een zwarte lijst. Daarop vertrok hij ‘vrijwillig’ met zijn gezin.
Ook Andrey Illarionow, voormalig economisch adviseur van de Russische president en zijn vertegenwoordiger bij de G8, werd niet gedwongen te vertrekken. Maar in 2005 schreef hij openlijk dat Rusland „niet langer een vrij land” is, niet langer democratisch, maar wordt bestuurd door een „autoritaire elite”, en zocht hij zijn heil buiten Rusland.
Het waren echter ernstige fysieke bedreigingen die de journaliste en politiek commentator Yulia Latinina in 2017 dwongen om haar land te verlaten.
In het geval van de 76-jarige Andrey Piontkovski was het intimidatie door de autoriteiten die hem in 2016 noopte naar het buitenland te verhuizen. Eerder had de tot politiek opposant getransformeerde wetenschapper Ruslands regerende elite een „zacht totalitair regime” genoemd, door „hybride fascisme” gekenmerkt.
Minder geluk hadden onafhankelijke denkers als onderzoekjournaliste Anna Politkovskaya, die in 2007 werd vermoord, en oppositiepoliticus Boris Nemtsov, in 2015 doodgeschoten. En de vele journalisten en die het leven lieten of zwaar werden mishandeld vanwege het aan de kaak stellen van wanpraktijken van de Russische overheid.
De auteur is voormalig afdelingshoofd Europese Commissie en analist internationale politiek Brussel.