Allawi verliest aan populariteit in Irak
Enkele maanden voor de verkiezingen van januari heeft de Iraakse interim–premier Allawi in eigen land aan populariteit verloren. Geestelijke leiders, zoals de sjiitische leider Abdul Aziz al–Hakim, profiteren daarvan.
Dat heeft de Amerikaanse krant The Washington Post vrijdag gemeld op basis van een onderzoek van het Internationale Republikeinse Instituut. Voor deze door de regering–Bush gefinancierde peiling zijn 2000 Irakezen gepolst.
Van de ondervraagden stelde ruim 45 procent dat het met Irak de verkeerde kant opgaat. 41 procent oordeelde dat het land wel op de goede weg is.
In een peiling aan het eind van de zomer liet 62 procent van de ondervraagden weten de interim–regering van Allawi te steunen. In het nieuwe onderzoek, waarvoor de interviews tussen 24 september en 4 oktober zijn afgenomen, schaarde slechts 43 procent zich achter Allawi en zijn medewerkers.
Verder houdt een op de drie deelnemers aan het onderzoek de Amerikanen verantwoordelijk voor de veiligheidsproblemen. Buitenlandse terroristen zijn voor 32 procent de grootste boosdoeners, terwijl 8 procent het verdreven regime van Saddam Hussein de schuld geeft van de onveiligheid.
In de peiling ontpopt Abdul Aziz al–Hakim van de sjiitische Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie (Sciri) zich als de populairste politicus. Van de ondervraagden wil 51 procent al–Hakim terugzien in de nationale vergadering die een nieuwe regering moet kiezen. Allawi krijgt voor een post in de nationale vergadering de steun van 47 procent. Hij blijft daarmee de sjiitische stokebrand Muqtada al–Sadr nipt voor. Al–Sadr komt uit op 46 procent.