Andersen-topman Berardino stapt op
Topman Joseph Berardino van accountantsbedrijf Arthur Andersen stapt op. In een verklaring zei Berardino dinsdag dat zijn vertrek duidelijk moet maken dat het Andersen ernst is met de hervormingen die worden doorgevoerd na het Enron-debacle, waarbij Andersen een twijfelachtige rol speelde.
Het accountantsbedrijf keurde in de eerste plaats de onduidelijke boekhoudkundige praktijken van energiegigant Enron goed, terwijl dat bedrijf in werkelijkheid miljarden aan verliezen camoufleerde. Bovendien vernietigde Andersen op grote schaal Enron-documenten, terwijl de federale recherchedienst FBI en de Amerikaanse beurswaakhond SEC (Securities and Exchange Commission) al met hun onderzoeken naar de ondergang van Enron waren begonnen.
In verband hiermee wordt Andersen nu formeel aangeklaagd wegens „ondermijning van de rechtsgang.” Dit heeft de geloofwaardigheid van het bedrijf ernstig aangetast. Berardino neemt nu de verantwoordelijkheid voor deze ontwikkeling op zich en stapt op. Het is nog niet bekend wie hem gaat opvolgen.
Tal van belangrijke cliënten hebben Andersen de laatste weken laten weten geen gebruik meer te willen maken van z’n diensten. Verder zoeken veel personeelsleden een goed heenkomen, voordat het schip strandt. Buitenlandse Andersen-vestigingen doen hetzelfde. Een aantal van hen heeft al samenwerkingsovereenkomsten (c.q. overnamecontracten) afgesloten met de concurrentie.
Justitie onderhandelt momenteel met ex-Andersen-medewerker David Duncan, die in het Andersen-kantoor in Houston (Texas) de vernietiging van Enron-documenten leidde. Tijdens een hoorzitting van de Senaat verklaarde Berardino enkele weken geleden dat de vernietiging van die documenten het werk was van „enkele misleide medewerkers.” Hij doelde daarmee onder meer op Duncan, die toen al was ontslagen.
Duncan zegt echter dat de vernietiging gebeurde met goedkeuring van het Andersen-hoofdkwartier in Chicago. Als justitie Duncan in ruil voor zijn getuigenis strafvermindering belooft, dan kan Duncans getuigenis vernietigend zijn voor de accountant. Er is verder ook e-mailverkeer boven water gekomen waaruit duidelijk blijkt dat het vernietigen van de Enron-documenten in Houston beslist niet het werk van enkele „misleide medewerkers” was.