Sister P. kreeg van het hof een celstraf van drie jaar opgelegd. Ze wordt echter direct vrijgelaten, omdat ze al zo lang in voorarrest heeft gezeten. Het Openbaar Ministerie (OM) zag C. als hoofdverdachte en had tien jaar cel geëist en een geldboete van 70.000 euro.

De in totaal zeven verdachten hebben zich volgens het gerechtshof langere tijd op grote schaal schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Daarmee ondermijnde de bende het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Daarbij komt nog dat in sommige gevallen, zoals in de Dover–zaak, de gesmokkelden op mensonwaardige wijze werden behandeld, aldus het hof.

Het hof verwees enkele onderdelen van de rechtszaak terug naar de rechtbank in Rotterdam. De rechtbank had het OM bij sommige verdachten niet–ontvankelijk verklaard in deze zogenoemde ’Opaal 4–zaak’. De Jade–zaak, over de smokkel van Vietnamezen vanuit Duitsland naar Nederland, gaat ook terug naar Rotterdam. De rechtbank moet van het hof deze zaken alsnog inhoudelijk gaan behandelen.

De hoogste straf (vijf jaar) legde het rechtscollege op aan een medeverdachte van C., die volgens het hof wel schuldig is aan het Dover–drama. Andere verdachten kregen straffen van vier jaar, 30, 24, 18 en 6 maanden.

Justitie ziet Sister P. als degene die jarenlang de alleenheerschappij heeft gehad bij het smokkelen van Chinezen van het Europese vasteland naar Groot–Brittannië. De aanklager rekende het de verdachten zwaar aan dat zij de mensen die zij vervoerden slecht behandelden en hen zagen als handelswaar waarmee een hoop geld kon worden verdiend. Een paar maanden voor het Doverdrama zou een ander transport naar Engeland al bijna mis zijn gegaan. Toen zouden 52 Chinezen op het nippertje aan de verstikingsdood zijn ontsnapt.