Stijging consumentenprijzen vlakt af
Consumentengoederen en -diensten waren in juli 2,5 procent duurder dan een jaar eerder. In juni betaalde de consument 2,7 procent meer dan vorig jaar.
Daarmee vlakt de stijging enigszins af ten opzichte van vorig jaar, blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Een verlaging van de elektriciteits- en gasprijzen voor contracten met variabele tarieven in de maand juli bij veel energiemaatschappijen had een drukkend effect op de stijging van de consumentenprijzen. De stijging van de woninghuren had daarentegen een verhogend effect, aldus het statistiekbureau.
De consumentenprijsindex is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies.
Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en -diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen voortdurend van prijs.
Ten opzichte van de eurozone is de prijsstijging in Nederland hoog te noemen. Die in de eurozone nam af van 1,3 procent in juni naar 1,1 procent in juli. Vanaf januari 2019 ligt de index van Nederland beduidend hoger dan in de eurozone. Dat heeft te maken met het verhogen van het lage btw-tarief en de belasting op energie.