Refo’s kunnen leren van baptisten die alcohol volstrekt mijden
Hoe herken je een christen? In de befaamde brief aan Diognetus, geschreven in de tweede eeuw na Christus, komt een christen naar voren als iemand die opvalt, anders is, leeft als een vreemdeling. Het is opvallend dat de auteur van de brief daarbij niet wijst op aparte kleding, andere gewoonten of een eigen taal, maar juist op ander gedrag. Christenen nemen afstand van het genot van deze wereld, stelt hij.
Ook vandaag de dag zijn er grote groepen christenen die dat in de praktijk brengen door het gebruik van alcohol, drugs en tabak rigoureus af te wijzen. Het is een van de regels die jongeren van reformatorische scholen meekrijgen als ze bij een internationale excursie of werkvakantie in contact komen met baptisten: niet roken en geen biertjes. In de gereformeerde gezindte is er op dit gebied vanouds weinig terughoudendheid. Op verjaardagen is het niet ongewoon als ouders of familieleden een jonger kind even laten meeproeven van een alcoholisch drankje.
Des te schokkender zijn de cijfers uit een rapport over verslaving in reformatorische kring, vorige week. Het is het eerste grote onderzoek van deze aard. Met de titel ”Ook onder ons”, geven de auteurs aan dat het gebruik van verslavende middelen in deze kring wel degelijk problematisch is. In een op de vijf gezinnen kampt iemand met verslavingsproblematiek. Bij een kerkelijke gemeente van 600 leden gaat het dan om circa vijftig verslaafden. De onderzoekers houden een slag om de arm bij deze cijfers, maar er is in elk geval meer reden tot zorg dan tot nu toe aangenomen werd. Niet voor niets leggen zij er de vinger bij dat ambtsdragers maar een beperkt deel van de problemen in beeld hebben.
Een groep die eruit springt, zijn de jongens tussen de 14 en 18. Van hen valt een op de acht in de categorie ”zware drinker”: zij drinken minstens eens per week meer dan zes glazen alcohol per dag. De onderzoekers vermoeden dat dit percentage voor de 16- en 17-jarigen nog hoger is: een op de vijf jongens.
Optimisten trekken uit dit onderzoek de conclusie dat het gebruik van verslavende middelen in reformatorische kring beduidend lager is dan in ‘de wereld’. Dat is terecht. De onderzoekers wijzen erop dat dit overeenkomt met de wetenschappelijke literatuur waarin meer voorbeelden bekend zijn dat religie beschermend werkt als het gaat om psychiatrische problematiek. Jammer dat die conclusie in seculiere media onderbelicht bleef. De kop boven nieuwsberichten had kunnen zijn: ”Verslaving het laagst in refogezinnen.”
Toch is dat een schrale troost. Zeker in het licht van de cijfers over alcoholgebruik bij jongens. Niet alleen omdat elke verslaafde er een te veel is, of omdat de gevolgen voor de hersenontwikkeling zo ernstig zijn, maar omdat het zo haaks staat op het beeld uit de brief aan Diognetus. Dan krijg je nog meer waardering voor de strakke regels in kringen van baptisten en evangelicale christenen.