Rutte dreigde onlangs op een VVD-bijeenkomst de belastingverlaging die het kabinet aan bedrijven heeft beloofd niet door te laten gaan. Hij zei dat ondernemingen eerst maar eens over de brug moeten komen met substantiële loonsverhogingen. Maar hij zei niet hoeveel er dan bij moet en wanneer hij uiterlijk resultaten wil zien.

De uitspraken van de premier vielen goed bij de oppositie, maar die wil nu wel boter bij de vis. De linkse partijen dringen aan op enige voortvarendheid, omdat de verlaging van de vennootschapsbelasting deel uitmaakt van het belastingplan voor 2020 dat komend najaar wordt behandeld. Er moet voldoende tijd overblijven om de plannen eventueel te wijzigen, vinden zij.

Minister Wopke Hoekstra (Financiën) lijkt bereid het verzoek, ingediend door Kamerlid Bart Snels van GroenLinks, in te willigen. Maar hij houdt wel een slag om de arm. „Ik weet niet hoeveel nieuwe cao’s in de zomerperiode worden afgesloten”, aldus de bewindsman.

Hoekstra wilde verder niet ingaan op de uitspraken van Rutte, die de premier volgens hem deed in zijn hoedanigheid van partijleider van de VVD. Wel zei hij dat het kabinet in augustus goed zal kijken naar de verdeling van de lasten in de plannen voor volgend jaar.

Kamerlid Aukje de Vries van de VVD wilde evenmin nader ingaan op het dreigement van partijgenoot Rutte. Zij liet ook weten nu geen concrete voorstellen te zullen steunen om daar invulling aan te geven. „De grote bedrijven zijn eerst aan zet.”