Nieuwe bestuurder Ontmoeting: Geroepen tot barmhartigheid
De nieuwe directeur-bestuurder van stichting Ontmoeting wordt de 44-jarige Gerard Stoop. Waarom geeft hij op 1 oktober zijn managementbaan op voor dak- en thuislozen in de samenleving?
Stoop, werkzaam als manager en directeur bij gemeenten: „Ik voelde al langer het verlangen om op een directere manier bezig te zijn in Gods Koninkrijk vanuit de opdracht om barmhartigheid aan onze naaste te tonen. We moeten immers God boven alles liefhebben, maar ook onze naaste als onszelf. En dat tekent stichting Ontmoeting. Op een bepaalde manier voel ik mij geroepen. De vacature liet me niet los. Verschillende mensen, die ik nooit sprak, wezen mij op de functie. Ik zag dat als signalen van Gods leiding. Ik voel me gesteund door de unanieme voordracht.”
Hoe vult u de functie in?
„Stichting Ontmoeting is klein begonnen met passievolle medewerkers. Inmiddels is Ontmoeting onder mijn gewaardeerde voorganger Ed van Hell veel groter geworden. Het is mijn doel om aan de ene kant die passie van het begin vast te houden en om anderzijds de stichting gezond te houden.”
Heeft u ervaring met de doelgroep?
„In het verleden deed ik wel eens mee met vrijwilligersacties van Ontmoeting, zoals de soepactie. Dan gingen we met de soepbus met grote pannen Rotterdam in en lepelden soep op. Wat me van al die acties bijzonder is bijgebleven, is de leegheid en de triestheid in de ogen van de prostituees.”
Hoe brengt u de wereld van kerk en straat dichter bij elkaar?
„Daarin spelen onze ongeveer duizend vrijwilligers een sleutelrol. Zij hebben allemaal een kerkelijke achtergrond. Zo brengen we onze achterban met onze doelgroep in contact. Dat vinden we waardevol omdat we op die manier de Bijbelse opdracht gestalte geven. Ik hoorde ooit iemand zeggen: Jezus had vandaag de dag als hij in Nederland op aarde zou zijn, juist in de rosse buurt gepreekt. Het werk van Ontmoeting lijkt daarin op Jezus’ werk.
De passie waar ik het eerder over had, komt vanuit een levende relatie met God. Zelf wil ik ook een dagdeel per week meewerken op de werkvloer. Zo merk je wat er leeft, bij zowel de cliënten als onze medewerkers en vrijwilligers. Van die laatste kunnen we er overigens nog steeds meer gebruiken. Maar we hebben vooral gebed nodig vanuit de achterban.”